Restwarmte-indicatie
Als u het apparaat uitschakelt, geeft het symbool op
het display de restwarmte in de binnenruimte weer.
Hoe verder de temperatuur in de binnenruimte daalt,
hoe minder het symbool gevuld is.
Opmerkingen
¡ De opwarmingsindicatie wordt alleen gevuld bij ver-
warmingsmethoden waarbij een temperatuur wordt
ingesteld. Bij grillstanden bijv. is de opwarmingsindi-
catie onmiddellijk gevuld.
¡ Wanneer bij de start van de werking de temperatuur
in de binnenruimte te hoog is, verschijnt bij enkele
verwarmingsmethoden een
kel het apparaat uit en laat het afkoelen. Daarna de
werking opnieuw starten.
¡ Door thermische traagheid kan de weergegeven
temperatuur een beetje afwijken van de werkelijke
temperatuur in de binnenruimte.
4.5 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Rekjes
U kunt accessoires op verschillende hoogtes in de rek-
jes in de binnenruimte schuiven.
Uw apparaat heeft 5 inschuifhoogtes. De inschuifhoog-
tes worden van beneden naar boven geteld.
Accessoires
5 Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn op het
apparaat afgestemd.
Opmerking: Wanneer de accessoires heet worden,
kunnen deze vervormen. De vervorming heeft geen in-
vloed op de werking. De vervorming verdwijnt weer na-
dat de accessoires zijn afgekoeld.
Accessoires
Rooster
Braadslede
Bakplaat
op het display. Scha-
De rekjes kunt u, bijvoorbeeld om te reinigen, verwijde-
ren.
→ "Rekjes", Pagina 24
Koelventilator
De koelventilator schakelt tijdens gebruik automatisch
in. De lucht ontsnapt via de deur.
Het apparaat herkend verhoogde vochtigheid in het
kookcompartiment. Om de vochtigheid te reguleren,
kan de intensiteit en het bedrijfsgeluid van de koelventi-
lator variëren.
LET OP!
Door het afdekken van de ventilatiesleuven raakt het
apparaat oververhit.
Dek de ventilatiesleuven niet af.
▶
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat het
apparaat na gebruik sneller afkoelt.
Apparaatdeur
Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens het gebruik,
wordt de werking voortgezet.
De meegeleverde accessoires kunnen variëren, afhan-
kelijk van het type apparaat.
Gebruik
¡ Bakvormen
¡ Ovenschalen
¡ Servies
¡ Vlees, bijv. braad- of grillstukken
¡ Diepvriesgerechten
¡ Vochtig gebak
¡ Gebak
¡ Brood
¡ Grote braadstukken
¡ Diepvriesgerechten
¡ Afdruipende vloeistof opvangen, bijv vet
bij het grillen op het rooster.
¡ Plaatgebak
¡ Kleine bakwaren
Accessoires nl
9