Actief
Actievlaggen
Alarm
Alarm doormelding
Alarmcontrole
Alarmgroep
Alarmgroeprestrictie
Alarmkiezer
Bediendeel
Blokkeren
Brandalarm
Controlepaneel
Cursor
Deurcontact
Deurcontrole
Deurgroep
180
W
OORDENLIJST
Zie Normaal/Actief/Sabotage/Geblokkeerd
Een signaal dat geactiveerd wordt door een ingangstoestand, systeemstatus,
storing, deurcommando (op deuren 1-16) of shuntconditie. Het doel van een
actievlag is het activeren van een uitgang.
De toestand van een systeem wanneer een op een ingang aangesloten
detector wordt verstoord, terwijl het gebied een status heeft waarin zo'n
verstoring gesignaleerd moet worden. Voorbeeld: een ingang wordt
geactiveerd in een ingeschakeld gebied waardoor de sirene en PAC
geactiveerd worden.
Een procedure voor het doormelden van alarmen of andere gebeurtenissen
naar een particuliere alarmcentrale door middel van een alarmkiezer .
Het aansturen van de alarmfuncties.
Alarmgroepen definiëren opties voor alarmcontrole die beschikbaar zijn voor
gebruikers, gebruikersinterfaces of deurkaartlezer. Alarmgroepen bestaan uit
een aantal gebieden, alarmcontrolefuncties en menu-opties.
Ingangstypes voor gebiedscontrole (sleutelschakelaars) maken ook deel uit
van alarmgroepen.
Een alarmgroeprestrictie kan worden toegewezen aan een alarmgroep om
verschillende groepen gebruikers bevoegdheid te geven tot:
– tijdelijke uitschakeling van bepaalde gebieden
– Restricties geven aan alarmcontrole om enkel te kunnen in-en
uitschakelen.
Een elektronisch apparaat (geintegreerd in het ATS paneel) dat gebruikt wordt
voor het verzenden door het ADVISOR MASTER-systeem van alarmen en
andere gebeurtenissen naar een particuliere alarmcentrale. Kan ook gebruikt
worden voor up- en downloaden.
Een remote GI met een toetsenbord voor gegevensinvoer. Wordt gebruikt
voor het programmeren van het controlepaneel, het in-en uitschakelen van
gebieden en het bekijken van alarmen, enz.
Zie Normaal/Actief/Sabotage/Geblokkeerd
Een alarm dat wordt afgegeven als brand- of rookdetectoren constateren dat
er brand is.
Een elektronisch apparaat dat gebruikt wordt voor het verzamelen van
gegevens over het pand. Afhankelijk van de programmering en de status van
de gebieden zal het alarmen genereren. Indien nodig kunnen alarmen en
andere gebeurtenissen doorgemeld worden naar de particuliere
alarmcentrale.
Een knipperend streepje op het LCD dat aangeeft waar het volgende teken zal
verschijnen, wanneer het ingevoerd wordt via het toetsenbord.
Een magneetcontact dat kan detecteren of een deur of raam open staat.
Het aansturen van deurfuncties.
Een Advisor Master gebruikersgroep wat bestaat uit een aantal deuren die
aan een gebruiker of een aantal gebruikers zijn toegewezen, zodat die daar
toegang heeft. Toegang tot elke deur in een groep kan beperkt worden tot een
bepaalde tijdzone.
ATS2000/3000/4000/4500 programmeerhandleiding