Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ingangen Shunt; Shunttijdnummer; Nummer Van De Te Shunten Ingang; Uitgangnummer Van De Te Starten Shunt - GE Interlogix Advisor MASTER ATS2000 Programmeerhandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Interlogix Advisor MASTER ATS2000:
Inhoudsopgave

Advertenties

Een shuntprocedure voorkomt dat een ingang gedurende een bepaalde periode een
alarm kan afgeven, ook als is die ingang verstoord. Een ingangsshunt begint bij het
activeren van een uitgang, in de meeste gevallen is dat bij het ontgrendelen van een
deur. Binnen de shuntperiode is de ingang overbrugd. Als de ingang na het verstrijken
van de shuntperiode nog verstoord is, zal die een alarm afgeven, afhankelijk van het
ingangstype en de status van het gebied.
Shunttijden (er zijn er 16) kunnen elk afzonderlijk geprogrammeerd worden voor het
shunten van een ingang. Er kan een waarschuwingssignaal afgegeven worden voordat
de shunttijd afloopt.

21.1. Shunttijdnummer

Specificeer het nummer van 1 van de 16 te programmeren shunttijden.
Waar een bediendeel gebruikt wordt voor het starten van een tijd, moet de shunttijd dezelfde zijn als
die van het GI-nummer (1-16), ingesteld met DIP-switches op het gebruikersinterface.
21.1.1.

Nummer van de te shunten ingang

Bepaal welke ingang geshunt dient te worden. De ingang KAN aan slechts EEN shunttijd
toegewezen worden.
Op het display staat het huidige ingangsnummer dat aan deze shunttijd is toegewezen.
21.1.2.
Uitgangnummer van de te starten
shunt
Kies de uitgang waarvan de shunttijd gestart dient te worden. Het display toont de
toegewezen uitgang.
De uitgangstatus bepaalt of de ingang geshunt blijft. Als de uitgang actief is, blijft de
ingang steeds geshunt. Wanneer de uitgang gedeactiveerd wordt, blijft de shunttijd
lopen tot de daarvoor geprogrammeerde tijd verstreken is.
De totale shunttijd is de actieve periode van de uitgang + de shunttijd.
21.1.3.

Shunttijd

Programmeer de tijdsduur van de ingangsshunt. Als deze periode afloopt en de ingang
blijft verstoord, dan wordt er een alarm afgegeven, afhankelijk van het ingangstype en de
status van het gebied.
Als de ingevoerde waarde numeriek tussen 1 en 127 ligt, wordt dit geïnterpreteerd als
een tijdsduur tussen 1 en 127 seconden.
Om de tijd in minuten uit te drukken, dient u 128 + het aantal minuten in te toetsen.
Bijv. voor 30 minuten toetst u in: 158 (=128 + 30).
De waarde 128 is ongeldig en kan dus niet als tijdsduur ingevoerd worden. Voor
nauwkeurige tijdsduurbepalingen van 1 of 2 minuten dient u de tijd in seconden op te
geven, dus 60 of 120 seconden.
120
21. I
NGANGEN SHUNT
Shunt tijden
Shuntnr:
Shunt 1: shunts ingang 200
Ingangnr:
Shunt 1: shunt ingang door uitgng 2
Uitgangnr:
Shunt 1: tijd is (sec) 30
Shunt tijd:
ATS2000/3000/4000/4500 programmeerhandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave