De ATS2000/3000/4000/4500 is een flexibel controlepaneel met allerlei opties om het
Advisor Master systeem van de benodigde functionaliteit te voorzien. Bij het
programmeren kan men gemakkelijk de draad kwijtraken indien men geen goede
methode gebruikt. Een methodische aanpak verhoogt ook de efficiency van de
programmering.
Basisinstellingen
De basisinstelling heeft betrekking op alle instellingen van een Advisor Mastercontrole-
paneel met de meest gebruikelijke programmering.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10. Wanneer er DI's aangesloten zijn, activeert u de polling en stelt u het DI-type in via
11. Programmeer de benodigde ingangsdetails, zoals ingangstype, naam ingang, en
12. Programmeer de PAC details via menu 9, Communicatie.
13. Stel de gewenste doormeldingsopties in via menu 42, Doormeldklassen database.
14. Programmeer de testmeldingsdetails via menu 43, Testmeldingen.
15. Programmeer gebruikers via Gebruikersmenu 14, Programmeren gebruikers.
16. Leg relaties tussen gebeurtenissen en uitgangen via menu 16, Actie naar uitgang.
ATS 2000/3000/4000/4500 Programming manual
P
ROGRAMMEERVOLGORDE
Teken de plattegrond en benoem alle ingangen, apparatuur, gebieden, enz.
Gebruik de overzichten van programmeringen om alle gegevens in te vullen.
Vul de standaardinstellingen in voor het controlepaneel (zie de snelle handleiding
voor installeren en programmeren).
Wijzig de Hoofdinstallateurscode via Gebruikersmenu 14, Programmeren van
gebruikers.
Stel de juiste tijd en datum in via Gebruikersmenu 15, Tijd & Datum.
Programmeer specifieke woorden die niet in de woordenlijst voorkomen via
menu 10, Programmeer tekst.
Indien er automatische procedures (zoals automatisch in-/uitschakelen) nodig zijn,
of gebruikers slechts gedurende bepaalde perioden toegang mogen hebben, dient
u tijdzones te programmeren via menu 13, Tijdzones.
Programmeer de gebied-opties, zoals gebiednamen en in-/uitlooptijden via menu 2,
Gebieden database
Stel de gewenste alarmgroepen in via menu 5, Alarmgroepen.
Programmeer de aangesloten GI's. Activeer eerst het pollen. Programmeer
vervolgens de noodzakelijke details voor een specifiek GI via 3, GI Database.
menu 4, DI Database
doormeldingsopties via menu 1, Ingangen database.
13