SATEL
de waarde van een analoge ingang boven de L Drempelwaarde moet blijven (plus de
tolerantie) of onder de H Drempelwaarde (min de tolerantie), zodat de module een
ingang herstel kan registreren (einde activering).
De gedefinieerde tijd maakt het mogelijk om het aantal transmissies te verminderen.
U kunt van 1 tot 255 seconden programmeren.
Overbrug na – het aantal activeringen / drempelwaarden overschrijdingen, waarna de
ingang automatisch overbrugd wordt (de ingang wordt uit overbruggen gehaald na de
"herstel" tijd). U kunt 0 tot 15 programmeren. Waarde 0 betekent geen overbrugging.
Telperiode – de tijd waarna de teller van activeringen / drempelwaarden overschrijdingen
voor de ingang, opnieuw wordt gereset. U kunt 0 tot 24 uur programmeren. De waarde 0
betekent dat activeringen geteld worden zonder tijdslimiet.
Overbrug duur – als de ingang gedurende een bepaalde periode automatisch dient te
worden overbrugd, voert u de tijd hier in. U kunt 0 tot 24 uur programmeren. De waarde 0
betekent dat de ingang overbrugd zal blijven totdat deze door de gebruiker uit
overbrugging gehaald wordt.
6.5.3
Overbruggen
– klik om de opties weer te geven. Met deze opties kunt u de geselecteerde kolommen in
de tabel verbergen/weergeven en de kolommen aanpassen aan de inhoud of aan de
breedte van het venster.
Geef hier de ingang aan waarbij activering / drempelwaarde overschrijding ervan, andere
ingangen op de module zal overbruggen. Wanneer de ingang is hersteld, worden overbrugde
ingangen uit overbrugging gehaald. Elk van de module ingangen kan de 7 andere ingangen
overbruggen. In de tabelrijen worden de "Overbruggen"-ingangen weergegeven, en in de
kolommen worden de "Overbrugde"-ingangen weergegeven. Als u wilt dat activering /
drempelwaarde overschrijding van de ingang de andere module ingangen overbrugd,
selecteert dan het veld op het kruispunt van de overeenkomstige lijn en kolom.
6.5.4
Analoge ingang instellingen
– klik om de opties weer te geven. Met deze opties kunt u de geselecteerde kolommen in
de tabel verbergen / weergeven en de kolommen aanpassen aan de inhoud of aan de
breedte van het venster.
Naam – individuele naam van de ingang.
L Drempelwaarde – de onder drempel voor de analoge ingang. Daling van de
ingangswaarde onder de drempelwaarde (min de tolerantie) betekent dat de
drempelwaarde wordt overschreden (d.w.z. dat ingang geactiveerd is). Indien u geen
waarde invoert, wordt de drempelwaarde niet gecontroleerd.
H Drempelwaarde – de boven drempel voor de analoge ingang. Stijging van de
ingangswaarde boven de drempelwaarde betekent dat de drempelwaarde wordt
overschreden (d.w.z. dat ingang geactiveerd is). Indien u geen waarde invoert, wordt de
drempelwaarde niet gecontroleerd.
Tolerantie – de waarde waardoor de respons van de analoge ingang wordt vertraagd.
De module zal een drempelwaarde overschrijding registreren als de ingangswaarde
onder de L drempelwaarde komt, min de tolerantie of boven de H drempelwaarde komt,
plus de tolerantie. De module zal een ingang herstel registreren als de ingangswaarde
boven de L drempelwaarde komt, plus de tolerantie of onder de H drempelwaarde komt,
min de tolerantie.
Waarden in de "L Drempelwaarde", "H Drempelwaarde" en "Tolerantie" velden kunnen
verder gaan dan het bereik van 0...16.56, als de voltage waarde op de analoge ingang
geschaald is naar de fysieke hoeveelheid die door de sensor geregistreerd is
GPRS-A
27