26
6.5.2
Instellingen
– klik om de opties weer te geven. Met deze opties kunt u de geselecteerde kolommen in
de tabel verbergen / weergeven en de kolommen aanpassen aan de inhoud of aan de
breedte van het venster.
Naam – individuele naam van de ingang (tot 16 karakters).
Type – de ingang kan geprogrammeerd worden als:
UIT – niet gebruikt.
AAN – wordt gebruikt om de voeding te controleren (type alleen beschikbaar voor de AC
ingang).
NC – digitaal, normally closed.
NO – digitaal, normally open.
Analoog – voltage meting van 0 tot 16.56 V. Fig. 20 toont hoe analoge ingangen werken.
Gevoeligheid – de tijd waarin:
de NC type ingang verbroken moet zijn van de common ground, zodat de module een
activering van de ingang kan registreren,
de NO type ingang verbonden moet zijn met de common ground, zodat de module een
activering van de ingang kan registreren,
de waarde van een analoge ingang onder de L Drempelwaarde moet blijven (min de
tolerantie) of boven de H Drempelwaarde (plus tolerantie), zodat de module een
drempelwaarde overschrijding kan registreren (activering) (zie afb. 20).
U kunt van 20 tot 5100 ms programmeren (elke 20 ms).
Herstel – de tijd waarin:
de NC type digitale ingang weer gesloten dient te zijn met de common ground, zodat de
module een herstel van de ingang kan registreren,
de NO type digitale ingang weer verbroken dient te zijn met de common ground, zodat
de module een herstel van de ingang kan registreren,
GPRS-A
Afb. 19. "Ingangen" tabblad.
SATEL