Menu warmteregeling.
Id
Parameter
Parameter
R 01
Externe sonde
Buitentempera-
tuur voor max.
R 02
aanvoer verw.
zone 1
Buitentempera-
tuur voor min.
R 03
aanvoer verw.
zone 1
Maximum
R 04
verwarming
zone 1
Minimum
R 05
verwarming
zone 1
Buitentempera-
tuur voor max.
R 06
aanvoer verw.
gemengde zone
2
Buitentempera-
tuur voor min.
R 07
aanvoer verw.
gemengde zone
2
Maximum
verwarming
R 08
gemengde zone
2
Minimum
verwarming
R 09
gemengde zone
2
Buitentempera-
tuur voor
R 10
minimale
aanvoer koeling
zone 1
Beschrijving
Bepaalt of en welke buitentemperatuursensor wordt
gebruikt voor het beheer van de installatie.
OFF = geen externe sonde gebruikt
OU = externe sonde aanwezig op de externe groep
IU = optionele externe sonde aangesloten op de interne
groep
Bepaalt de buitentemperatuur waarbij de maximale
aanvoertemperatuur van de zone 1 moet optreden.
Bepaalt de buitentemperatuur waarbij de minimale
aanvoertemperatuur van de zone 1 moet optreden.
Bepaalt de maximumtemperatuur van de aanvoer tijdens de
fase voor verwarming van de omgeving van zone 1
Bepaalt de minimumtemperatuur van de aanvoer tijdens de
fase voor verwarming van de omgeving van zone 1
Bepaalt de buitentemperatuur waarbij de maximale
aanvoertemperatuur van de zone 2 moet optreden
Bepaalt de buitentemperatuur waarbij de minimale
aanvoertemperatuur van de zone 2 moet optreden
Bepaalt de maximumtemperatuur van de aanvoer tijdens de
fase voor verwarming van de omgeving van zone 2
Bepaalt de minimumtemperatuur van de aanvoer tijdens de
fase voor verwarming van de omgeving van zone 2
Bepaalt de maximale buitentemperatuur waarbij de
minimale aanvoertemperatuur moet optreden tijdens de
koelfase van de zone 1
Range
Default
OFF - OU - IU
OU
-15 ÷ 25 °C
-5
-15 ÷ 25 °C
25
20 ÷ 55
45
20 ÷ 55
25
-15 ÷ 25 °C
-5
-15 ÷ 25 °C
25
20 ÷ 55
40
20 ÷ 55
25
20 ÷ 40
35
Waarde
waarde
71