Klimatisatie
In deze modus werkt het systeem zowel voor de productie van sanitair warm water als voor de koeling van de omgeving.
De temperatuur van het sanitair warm water wordt nog altijd geregeld via de drukknoppen (4) de temperatuur van de verwarming wordt
geregeld via de drukknoppen (5) en de betreffende temperatuur wordt op het display weergegeven via de indicator (14).
Vanaf dat moment werkt het systeem automatisch. Wanneer er geen aanvragen zijn (verwarming van de omgeving, productie van sani-
tair warm water of koeling), stelt het systeem zich in functie "wachten".
Telkens wanneer de externe groep inschakelt, wordt op het display het betreffende symbool (8) weergegeven, met de bijhorende vermo-
gensschaal (10).
Werking met externe sensor
Het systeem is voorzien voor het gebruik van de externe sensor van de externe groep of een optionele externe sensor.
Wanneer een externe sensor is aangesloten, wordt de aanvoertemperatuur van het systeem voor de klimatisatie van de omgeving be-
heerd door de externe sensor, in functie van de gemeten buitentemperatuur (Par. 1.15).
U kunt de aanvoertemperatuur wijzigen door de offsetwaarde in het voorziene gebruikersmenu te kiezen.
In dat geval zullen de eventueel op de interne groep uitgevoerde instellingen geen invloed hebben op de werking van het systeem.
Ontvochtiging
Indien de installatie met een hygrostaat (optie) of met een sensor voor de temperatuur van de vochtigheid of een zoneafstandsbediening
(optie) is gecombineerd, kunt u de omgevingsvochtigheid beheren tijdens de fase voor zomerklimatisatie.
– Bij combinatie met een hygrostaat moet u de vochtigheidsgraad op de hygrostaat instellen (zie bijhorende instructiehandleiding).
– Bij combinatie met een vochtigheidstemperatuursensor moet u de vochtigheidsgraad in het bijbehorende gebruikersmenu instellen.
– Bij combinatie met een zoneafstandsbediening moet u de vochtigheidsgraad in het bijbehorende gebruikersmenu van het bedie-
ningspaneel of rechtstreeks in het menu van het paneel instellen (zie instructiehandleiding).
Tijdens de fase voor klimatisatieaanvraag (zowel verwarming als koeling), kan het systeem werken met enkel activering van de
circulatiepomp indien de temperatuur van het water in de installatie aan de aanvraag voldoet.
36
Modus Klimatisatie en koeling van de omgeving in uitvoering
Modus Klimatisatie en Ontvochtiging actief
26
27