Door de positie van de detector aan te geven met de pijltoetsen en op de ok-toets te
drukken, wordt een nieuw detailvenster geopend voor diagnostische doeleinden:
o
Externe sirenes
Nadat u Sirene als subsysteem heeft gekozen, selecteert u het betreffende apparaat
in de lijst en drukt u op de OK-toets.
In het nieuwe venster in de regel Test: selecteer het gewenste type geluid en druk op
OK: De geselecteerde sirene klinkt gedurende 10 seconden in de geselecteerde
modus, op gemiddeld volume, en de LED's knipperen.
Contacten
Na het kiezen van Contacten verschijnt de lijst met alle beschikbare
telefoonnummers. De configureerbare nummers worden gemarkeerd met het ►-
symbool.
Selecteer het telefoonnummer waarin u geïnteresseerd bent en druk op de ok-toets.
Selecteer het gewenste testtype (Spraakoproep of sms) en druk op OK.
GSM
Nadat u 4 GSM als subsysteem heeft gekozen, wordt Diagnostiek gestart, met
onderaan een schuifbalk voor de weergave van het tijdstip van de controle, zoals
hieronder afgebeeld.
Als er aan het eind geen problemen zijn gevonden, verschijnt er "Ok". Daarentegen,
wordt tijdens de diagnostiek het venster gevuld met de gevonden fout(en).
2 CS M60 07 31 D09 01
Hexadecimaal adres van de detector.
o
Niveau van het signaal.
o
Type detector.
o
Status van de detector. De weergegeven afkortingen betekenen:
o
AL.G
alarmgeheugen
ON
contact van detector geopend
OFF
contact van detector gesloten
TAM.
sabotage van openingsbeveiliging
VRW.
sabotage van verwijderingsbeveiliging
BATT.
batterij leeg
FOUT
algemene storing
SVIS
afwijking controle
UTSL
detector uitgesloten (komt overeen met "geïsoleerde detector" zoals
bepaald door de norm EN 50131)
Datum en tijd van ontvangst.
Contact 1
Contact 2
B US CH -/ABB -S ECUR E@HOM E
Contacten
Diagnostiek
63/ 74