2.3
Bedieningsinterface
2.3.1
De centrale kan geconfigureerd worden met de keypad. Deze biedt de mogelijkheid om langs
de menu-opties te scrollen en cijfers en letters in te toetsen.
De touch keypad (*) bevat 17 toetsen.
de traditionele keypad (**) bevat 20 toetsen
(*) voor alle modellen, m.u.v. SAS-W3.1E
(**) uitsluitend voor het model SAS-W3.1E
2 CS M60 07 31 D09 01
Gebruik van de keypad
Voor de navigatie langs de menu-opties en de iconen.
Bevestigt de ingevoerde of geselecteerde waarde.
Wanneer op een willekeurig punt van het weergegeven menu gedrukt wordt, worden de
gegevens opgeslagen en keert men terug naar het bovengelegen menu.
Alfanumerieke toetsen die gebruikt kunnen worden voor het intoetsen van cijfers of letters.
Sluit de huidige werksessie af zonder op te slaan.
Verwijdert een instelling of een teken naar aanleiding van de context.
Voor de navigatie langs de menu-opties en de iconen.
Bevestigt de ingevoerde of geselecteerde waarde.
Wanneer op een willekeurig punt van het weergegeven menu gedrukt wordt,
worden de gegevens opgeslagen en keert men terug naar het bovengelegen
menu.
Alfanumerieke toetsen die gebruikt kunnen worden voor het intoetsen van
cijfers of letters.
Sluit de huidige werksessie af zonder op te slaan.
Verwijdert een instelling of een teken naar aanleiding van de context.
Voor snelle in- en uitschakelingen van het systeem.
B US CH -/ABB -S ECUR E@HOM E
1 1/ 74