12.8
Systeemtest
Het hele systeem moet aan het einde van de installatie worden getest en vervolgens
regelmatig, minstens één keer per zes maanden, om te controleren of alle apparaten en
functies correct werken. Het is ook mogelijk om een subsysteem te testen, of slechts enkele
subsystemen, om er zeker van te zijn dat zij correct werken. De gedeeltelijke test is nuttig in
het geval van beperkte systeemwijzigingen die alleen van toepassing zijn op één van zijn
apparaten of functies.
Tijdens de Systeemtest wordt een inactiviteit van maximaal 10 minuten toegestaan, waarna
het systeem terugkeert naar de normale werking. Elke keer dat er een test wordt uitgevoerd,
bijvoorbeeld van een detector die een terugkoppelingssignaal naar het bedieningspaneel
stuurt, begint het aftellen vanaf 10 minuten.
De systeemtest vindt plaats met een verzwakt ontvangstniveau van 6 dB zoals
voorgeschreven door de norm EN50131-5-3.
Om het alarmsysteem te testen:
1.
Log in en ga naar het scherm Systeemtest.
2.
Druk op ok
Selecteer het subsysteem dat u wilt testen, door het bijbehorende nummer in te
typen. Als het subsysteem geen apparaten bevat, wordt de keuze genegeerd.
3.
Afhankelijk van het gekozen subsysteem worden nieuwe vensters geopend en moet u
mogelijk acties ondernemen om de betreffende apparaten te activeren.
Detectoren
Nadat u 1 Sensoren als subsysteem heeft gekozen, selecteert u de zone en activeert u
de verschillende detectoren op de juiste manier, bijvoorbeeld door langs de IR-
detectoren te lopen, deuren en ramen te openen en te sluiten om de magnetische
contacten te activeren, water te gieten om de overstromingsdetectoren te activeren,
enz.
Voor elke zone worden alle mogelijke detectoren vermeld en de sterkte van het
signaal met 1,2,3 streepjes zoals weergegeven.
2 CS M60 07 31 D09 01
Systeemtest
1
Sensoren
2
Externe sirenes
3
Contacten
4
GSM
Lijst apparaten
1FA123341
2FB238B45
B US CH -/ABB -S ECUR E@HOM E
62 /74