12
PROGRAMMERING
Bij de eerste keer opstarten wordt u begeleid in de eerste stappen (Wizard), die gedetailleerd
worden beschreven in de Quick Guide van het Bedieningspaneel, om de eerste
programmering van het systeem mogelijk te maken.
Het is echter mogelijk om deze eerste configuratie uit te breiden of aan te passen vanuit het
scherm van de installateur:
De pictogrammen worden beschreven in paragraaf
12.1
Een systeem creëren
De installatie van het systeem bestaat uit de aanschaf en programmering van de
verschillende benodigde apparaten (detectoren, repeaters, afstandsbedieningen en sirenes)
en diensten (telefoons), het aanmaken en configureren van de gebruikers en het definitief
testen van het systeem.
Tijdens de werksessie kunt u achteruit door de menu's navigeren door op de toets te
drukken, zonder dat u voor elke bewerking hoeft in te loggen.
LET OP!
Als u per ongeluk het hoofdmenu verlaat en terugkeert naar het scherm in
ruststand, moet u opnieuw inloggen.
12.2
Zones en detectoren programmeren
12.2.1
1.
Ga naar het scherm van de Installateur door als gebruiker van niveau 3 in te loggen
2.
Selecteer het pictogram Zones en Sensoren
3.
De lijst met zones die al zijn aangemaakt en de technologische zone (altijd aanwezig)
worden weergegeven.
4. Selecteer Nieuwe zone
5.
Wijzig het standaardetiket (optioneel)
2 CS M60 07 31 D09 01
Zones en sensoren
Om een nieuwe zone te programmeren:
2 Contact raam
0 IR-sensoren
0 Andere
Hernoem
Nieuw apparaat
Verwijder
B US CH -/ABB -S ECUR E@HOM E
11.2.1 Inloggen
.
Zone A
48/ 74