HET SYSTEEM INSTALLEREN EN CONFIGUREREN
Dit gedeelte van de handleiding bevat alle informatie voor het configureren en onderhouden
van het bedieningspaneel van het alarm. Er worden ook suggesties gedaan voor het ontwerp
van een inbraakalarmsysteem, de technische kenmerken van het bedieningspaneel en de
procedures voor het isoleren en oplossen van systeemafwijkingen.
Dit gedeelte is bedoeld voor de technicus die het systeem installeert.
9
ALGEMENE KENMERKEN
9.1
Belangrijkste functies van het
bedieningspaneel
Het bedieningspaneel communiceert met de andere apparaten van het systeem via
radiofrequentie en biedt de gebruiker de volgende functies:
-
beheer van anti-inbraak apparaten en voor de beveiliging binnenshuis;
-
beheer van paniekmeldingen;
-
opdrachten voor de uitvoering van externe apparaten;
-
melding van alarmen, door middel van spraak- of sms-berichten, naar de
geprogrammeerde telefoonnummers;
-
bediening op afstand van het systeem via SMS- of DTMF-opdrachten;
-
Integratie van het Home Automation Busch-/ABB-free@home systeem
9.2
Systeemcapaciteit
Het bedieningspaneel beheert maximaal 8 programmeerbare zones, die elk maximaal 64
detectoren kunnen bevatten, voor een totaal van 64 in het systeem. Het precieze aantal zones
wordt bepaald tijdens de configuratie van het bedieningspaneel.
De zones kunnen individueel worden geprogrammeerd als:
-
inbraakalarm - tot een maximum van 7 zones
-
technologische alarmen (rook, overstromingen, gas) - 1 zone 24 uur actief;
Het bedieningspaneel beheert tot:
-
4 externe sirenes;
-
4 signaalversterkers; (1)
-
16 afstandsbedieningsapparaten voor inschakeling of uitschakeling van het
inbraakalarmsysteem; (1)
-
12 programmeerbare telefoonnummers om alarm- en gebeurtenismeldingen naar te
verzenden.
(1) de signaalversterkers zijn apparaten die niet gecertificeerd zijn als IMQ-
beveiligingssystemen
2 CS M60 07 31 D09 01
B US CH -/ABB -S ECUR E@HOM E
3 4/ 74