Minimum vereisten aan encoderkabel
Let er bij prefab-kabels op dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
•
•
•
•
•
5.9.8
Stilstandsverwarming /Hx
Om een uitgeschakelde motor te beschermen tegen bevriezing (blokkade van de ro-
tor) of condensatie (vorming van condenswater in de motor), kan de motor optioneel
worden uitgerust met een stilstandsverwarming. De stilstandsverwarming bestaat uit
bandverwarmingen die in de wikkelkop zitten en van spanning worden voorzien als de
motor uitgeschakeld is. De motor wordt verwarmd door de stroom in de bandverwar-
mingen.
De verwarmingsbanden moeten volgens onderstaand werkingsprincipe worden aan-
gestuurd:
•
•
Let op de toegestane spanning volgens het typeplaatje en het meegeleverde bezet-
tingsschema.
Doorsnede van de voeding:
2
– minimaal 0.25 mm
tot 50 m kabellengte.
2
– minimaal 0.5 mm
tot 100 m kabellengte.
Doorsnede van de signaaladers:
2
– minimaal 0.25 mm
.
Kabelcapaciteit:
– maximaal 70 pF/m – ader/ader.
– maximaal 120 pF/m - ader/afsch.
De kabel moet afgeschermd zijn.
Differentiële signalen moeten via getwiste aders worden geleid, bijv. data+ en da-
ta-.
Motor uitgeschakeld → stilstandsverwarming ingeschakeld
Motor ingeschakeld → stilstandsverwarming uitgeschakeld
Elektrische installatie
Technische handleiding – Draaistroommotoren
5
Opties
53