Mechanische installatie
4
Aanwijzingen voor het opstellen van de motor
4.3
Aanwijzingen voor het opstellen van de motor
26
Technische handleiding – Draaistroommotoren
VOORZICHTIG
Scherpe randen door open spiebaan.
Snijwonden.
•
Plaats de spie in de spiebaan.
•
Trek een beschermslang over de as.
LET OP
Door een ondeskundige montage kunnen de aandrijvingen en de eventueel aange-
bouwde componenten beschadigd raken.
Mogelijke beschadiging van het aandrijfsysteem.
•
Houd rekening met onderstaande aanwijzingen.
•
Verwijder corrosiewerende middelen en verontreinigingen van de motorasuitein-
den en flensvlakken. Gebruik een in de handel verkrijgbaar oplosmiddel. Het op-
losmiddel mag niet in contact komen met lagers of afdichtingsringen.
•
Installeer de enkelvoudige motor/motorreductor alleen in de voorgeschreven
bouwvorm op een vlakke, trillingsvrije en torsiestijve onderconstructie.
•
Zorg ervoor dat de montage overeenkomstig de uitvoering c.q. de gegevens op
het typeplaatje is uitgevoerd.
•
Let erop dat koelluchttoevoer voor de motor niet wordt gehinderd en dat er geen
warme afvoerlucht van andere aggregaten wordt aangezogen.
•
Lijn de motor en machine zorgvuldig uit om te voorkomen dat de uitgaande as te
zwaar wordt belast. Let op de toelaatbare radiale en axiale krachten.
•
Vermijd stoten en slagen op het asuiteinde.
•
Bescherm motoren in verticale uitvoering (M4/V1) door middel van een geschikte
afdekking, bijv. optie /C Regendak, om te voorkomen dat verontreinigingen of
vloeistoffen in de motor terecht komen.
•
Zorg er achteraf voor dat de op de as te monteren onderdelen met een halve spie
worden uitgebalanceerd (motorassen zijn met een halve spie uitgebalanceerd).
•
De condensafvoergaten zijn afgesloten met een afvoerstop. Wanneer de condens-
afvoergaten verontreinigd kunnen raken, moet de correcte werking ervan regelma-
tig gecontroleerd worden. Zo nodig moeten de gaten gereinigd worden.