insTallaTie
Montage
In de warmtepompmodus wordt tussen aanvoer en retour van
de warmtepomp een vaste spreiding ingesteld (zie menu "INGE-
BRUIKNAME/VERWARMEN/SPREIDINGSREGELING" in de warm-
tepompmanager).
Het toestel is zo ontworpen dat in combinatie met overeenkomstig
afgemeten vlakke verwarmingssystemen geen buffervat noodza-
kelijk is.
Voor een installatie met meerdere verwarmingscircuits is het ge-
bruik van een buffervat vereist.
Debiet aflezen
f Stel parameter STANDBY PUMP RATE in op 100%.
f
f Stel de bufferwerking in op UIT.
f
f Wanneer er geen buffervat geïntegreerd is, sluit u alle regel-
f
bare verwarmingscircuits.
f Lees het actuele debiet af in menu "INFO/INFO WARMTE-
f
POMP/PROCESGEGEVENS" onder "WP WATERDEBIET".
f Vergelijk de waarde met de technische gegevens (zie hoofd-
f
stuk "Technische gegevens/gegevenstabel").
f Wanneer het debiet niet wordt nageleefd, moet u geschik-
f
te maatregelen treffen om het voorgeschreven debiet te
bereiken.
Minimaal de-
biet
l/h
HPA-O 3 CS Plus
400
HPA-O 4 CS Plus
400
HPA-O 6 CS Plus
600
HPA-O 8 CS Plus
600
Buffervat is verplicht
HPA-O 3 CS Plus
nee
HPA-O 4 CS Plus
nee
HPA-O 6 CS Plus
nee
HPA-O 8 CS Plus
nee
f Installeer het of de open verwarmingscircuit(s) in de referen-
f
tieruimte (ruimte waarin de externe bedieningseenheid van
de warmtepompregeling geïnstalleerd is, bijv. de woonka-
mer). De individuele ruimteregeling kan dan gebeuren met
de externe bedieningseenheid of indirect door de aanpassing
van de stooklijn of de aanpassing van de ruimte-invloed.
10.9.2 Minimumdebiet bij installaties met buffervat
Bij het gebruik van een buffervat moet in menu "INSTELLINGEN/
VERWARMEN/BASISINSTELLING" parameter "BUFFERWERKING"
op "AAN" ingesteld worden.
14
| HPA-O CS Plus
Minimale waterinhoud van het
buffervat of de geopende cir-
cuits
l
16
16
19
19
geadviseerd buffervatvolume
vloerverwarming
100
100
100
100
f Wanneer er geen buffervat geïntegreerd is, opent u alle re-
f
gelbare verwarmingscircuits opnieuw.
f Reset de parameters naar de oorspronkelijke waarden.
f
10.9.1 Minimumdebiet met individuele ruimteregeling via
FEK / FE7 bij installaties zonder buffervat
Bij installaties zonder buffervat moet in menu "INSTELLINGEN/
VERWARMEN/BASISINSTELLING" parameter "BUFFERWERKING"
op "UIT" ingesteld worden.
Er moeten in dit geval in de verwarmingsinstallatie één of meer
verwarmingscircuits open blijven. Het minimumdebiet (zie "Tech-
nische gegevens/gegevenstabel") moet via de overeenkomstig
geopende verwarmingscircuits gewaarborgd worden (zie tabel
"Dimensionersingadvies voor de vloerverwarming in de referen-
tieruimte").
Info
De tabel is van toepassing, wanneer er een kamerrege-
ling geïnstalleerd wordt.
Dimensioneringsadvies voor de vloerverwarming in de referen-
tieruimte:
dubbelbuizensysteem 16 x
2 mm/legafstand 10 cm
Oppervlakte
Aantal circuits Oppervlakte
referentie-
ruimte
m²
n x m
21
3x70
21
3x70
21
3x70
21
3x70
geadviseerd buffervatvolume
radiator
100
100
100
100
10.10 Externe tweede warmteopwekker
Bij bivalente systemen moet de warmtepomp op de retour van de
tweede warmtegenerator worden aangesloten.
10.11 Veiligheidstemperatuurbegrenzer voor
vloerverwarming
Materiële schade
!
Om in geval van defect eventuele schade door een ver-
hoogde aanvoertemperatuur in de vloerverwarming te
vermijden, adviseren wij in principe het gebruik van een
veiligheidstemperatuurbegrenzer om de systeemtempe-
ratuur te begrenzen.
dubbelbuizensysteem 20 x
2,25 mm/legafstand 15 cm
Aantal circuits
referentie-
ruimte
m²
n x m
21
2x70
21
2x70
21
2x70
21
2x70
geïntegreerde nood-/
bijverwarming activeren
ja
ja
ja
ja
www.stiebel-eltron.com