8.5 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat
koel te houden. Na het uitschakelen van
het apparaat kan de ventilatie doorgaan
totdat het apparaat is afgekoeld.
8.6 Veiligheidsthermostaat
Een onjuiste bediening van het apparaat
of defecte componenten kunnen
9. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
9.1 Binnenzijde van de deur
Bij bepaalde modellen vindt u het
volgende aan de binnenkant van de
deur:
• de nummers van de inzetniveaus.
• informatie over de ovenfuncties,
aanbevolen niveaus en temperaturen
voor karakteristieke gerechten.
9.2 Algemene informatie
• Het apparaat heeft vijf inzetniveaus.
Tel de inzetniveaus vanaf de bodem
van het apparaat.
• Het apparaat heeft een speciaal
systeem dat de lucht circuleert en
voor doorlopende recycling van
stoom zorgt. Dankzij dit systeem is
het mogelijk om voedsel te bereiden
in een atmosfeer met stoom en
worden de gerechten zacht van
binnen en knapperig van buiten.
Bovendien worden de bereidingstijd
en het energieverbruik tot een
minimum beperkt.
gevaarlijke oververhitting veroorzaken.
Om dit te voorkomen is de oven
voorzien van een veiligheidsthermostaat
die de stroomtoevoer onderbreekt.
Zodra de temperatuur is gedaald, wordt
de oven automatisch weer ingeschakeld.
• Vocht kan in het apparaat of op de
glazen deurpanelen condenseren. Dit
is normaal. Ga altijd iets terug staan
van het apparaat als u de deur van het
apparaat tijdens de werking opent.
Om de condens te verminderen,
dient u het apparaat 10 minuten te
laten voorverwarmen.
• Veeg na elk gebruik het vocht van het
apparaat.
• Plaats geen voorwerpen direct op de
bodem van het apparaat en bedek de
bodem tijdens de bereiding niet met
aluminiumfolie. Dit kan de
bakresultaten veranderen en de
emaillelaag beschadigen.
9.3 Voor de bereiding van
gebak
• De ovendeur mag pas worden
geopend als driekwart van de baktijd
is verstreken.
• Als u twee bakplaten tegelijkertijd
gebruikt, dient u één niveau ertussen
leeg te laten.
9.4 Voor de bereiding van
vlees en vis
• Gebruik een diepe bak voor erg vet
voedsel om te oven te behoeden
voor blijvende vetvlekken.
• Laat het vlees ongeveer 15 minuten
rusten voordat u het aansnijdt, zodat
het vleessap er niet uit stroomt.
• Om te veel rook tijdens het braden in
de oven te vermijden, kunt u een
beetje water in de lekbak gieten. Om
NEDERLANDS
21