4.2.2
Lasgegevens-display
De volgende parameters kunnen vóór (instelwaarden) of tijdens (werkelijke waarden) het lassen worden
weergegeven:
Parameter
Lasstroom
Lasspanning
JOB-nummer
Parameter-tijden
Parameter-stromen
mogelijk
niet mogelijk
4.2.3
Instelling lasparameters
De tijdens het principeschema van de apparaatbesturing in te stellen parameters zijn van de geselec-
teerde lasopdracht afhankelijk. Dit betekent dat wanneer er bijv. geen pulsvariant is geselecteerd er ook
in het principeschema geen pulsparameters zijn in te stellen.
4.2.4
Lasstroominstelling (absoluut/procentueel)
De lasstroominstellingen voor start-, daal-, eind- en hotstartstroom kunnen procentueel afhankelijk van de
hoofdstoom AMP of absoluut worden ingesteld. De weergaveselectie wordt in het apparaatconfiguratie-
menu uitgevoerd met parameter
4.2.4.1
Regelmatige lasopdrachten (JOB 1-7)
Om regelmatige of afwijkende lasopdrachten permanent op te slaan, beschikt de gebruiker over 7 extra
opslagplaatsen. Selecteer hiervoor de gewenste opslagplaats (JOB 1-7) en de lasopdracht op de eerder
beschreven manier.
Een uitzondering zijn de drie draaiknoppen voor wisselstroomfrequentie, wisselstroombalance en wolfraa-
melektrodediameter. Deze instellingen worden in het functieverloop (gelijknamige signaallampjes) uitge-
voerd.
Men kan uitsluitend van JOB omschakelen als er géén lasstroom stroomt. De up-slope- en down-slope-
tijden kunnen voor 2-takt en 4-takt afzonderlijk worden ingesteld.
Selecteren
Bij de selectie van een lasopdracht of een regelmatige lasopdracht (JOB 1-7) licht het signaallampje JOB
op.
099-000099-EW505
31.10.2023
Apparaatbeschrijving - snel overzicht
Vóór het lassen (instelwaarden)
> zie hoofdstuk 5.8.
Afbeelding 4-4
Besturing - bedieningselementen
Tijdens het lassen (werk. waarden)
19