Problemen oplossen
Bericht
81_ATM PRESSURE HIGH
(ATM-druk hoog)
82_ATM PRESSURE LOW
(ATM-druk laag)
83_SERVICE TIME (servicetijd)
88_O2 CONTROLLER WARN
(waarschuwing O2-controller)
92_HI AIR PRESSURE (hoge
luchtdruk) 2
93_HI AIR PRESSURE (hoge
luchtdruk) 1
22
Tabel 3 Systeemwaarschuwingen (vervolg)
Beschrijving
De waarde van
omgevingsdruksensor is meer dan
115 kPa. De waarde van de
omgevingsdruksensor wordt
ingesteld op 101,3 kPa
(storingsbedrijfsmodus).
De waarde van
omgevingsdruksensor is minder dan
60 kPa. De waarde van de
omgevingsdruksensor wordt
ingesteld op 101,3 kPa
(storingsbedrijfsmodus).
Onderhoud is noodzakelijk .
Er is een probleem met de
communicatie tussen het
moederbord en de O
-
2
controllerplaat.
De luchtdruktoevoer was hoger dan
2,0 bar gedurende meer dan
5 seconden. Wanneer de
zuurstofconcentrator is
ingeschakeld, ligt de
luchtdruktoevoer gewoonlijk tussen
0,9 bar en 1,5 bar. Als de luchtdruk
niet tot normale waarden daalt,
wordt de luchttoevoer geïsoleerd
van de analyser en wordt er geen
zuurstof geproduceerd.
De luchtdruktoevoer was hoger dan
1,8 bar gedurende meer dan
60 seconden. Wanneer de
zuurstofconcentrator is
ingeschakeld, ligt de
luchtdruktoevoer gewoonlijk tussen
0,9 bar en 1,5 bar.
Oorzaak en oplossing
Controleer ADC[05] in het menu ANALOG INPUT
(analoge ingang). Raadpleeg MAINTENANCE
(onderhoud) > DIAGNOSTICS (diagnostiek) >
INPUT/OUTPUT STATUS (in-/uitgangsstatus) >
ANALOG INPUT (analoge ingang). De meetwaarde
moet ongeveer 4 V bedragen.
De druksensor werkt niet naar behoren.
Vervang het moederbord. Zie
en accessoires
op pagina 47
Voer de noodzakelijke onderhoudstaken uit. Reset
vervolgens de onderhoudsteller om de
waarschuwing te bevestigen. Selecteer
MAINTENANCE (onderhoud) > DIAGNOSTICS
(diagnostiek) > SERVICE > RESET SERVICE
COUNTER (teller service resetten).
Controleer of led 2 (L2) op de O
ingeschakeld is.
Controleer de 24 VDC-voeding op de O
controllerplaat bij aansluitingen N01 en N02.
Controleer de lintkabelaansluitingen op de plaat.
Verwijder defecte onderdelen en schakel vervolgens
de stroomtoevoer van de analyser in.
Vervang de O
-controllerplaat indien nodig. Zie
2
Reserveonderdelen en accessoires
De externe luchtregelaar werkt niet naar behoren.
Verlaag de druk van de externe luchttoevoer tot
1,5 bar wanneer de zuurstofconcentrator niet in
bedrijf is.
Wanneer het probleem is opgelost, bevestigt u de
waarschuwing om de O
-controllerplaat te resetten.
2
De externe luchtregelaar werkt niet naar behoren.
Stop de analyser. Verlaag de druk van de externe
luchttoevoer tot 1,5 bar wanneer de
zuurstofconcentrator niet in bedrijf is.
Wanneer het probleem is opgelost, bevestigt u de
waarschuwing om de O
-controllerplaat te resetten.
2
Reserveonderdelen
-controllerplaat
2
-
2
op pagina 47.