Specificeer vervolgens de afdrukinstellingen. Indien er een IP- of AppleTalk-verbinding wordt gebruikt, zijn de
onderstaande instellingen vereist. Als een USB-verbinding gebruikt wordt, zal de printer automatisch herkend en
verbonden worden.
5
Open Systeemvoorkeuren en kies Afdrukken en scannen.
6
Klik op het plussymbool (+).
7
Kies het pictogram voor IP voor een IP-verbinding of dat voor
AppleTalk voor een AppleTalk-verbinding en voer dan het IP-adres en
de printernaam in. Klik op Voeg toe.
Opmerking Bij gebruik van een Bonjourverbinding moet
[Default] geselecteerd worden; klik daarna op het item dat
onder "Naam" verschijnt. Het stuurprogramma met dezelfde
naam als het apparaat verschijnt automatisch onder
"Stuurprogramma".
8
Selecteer de voor de printer beschikbare opties en kies OK.
2-12
Voorbereiding voor het gebruik