Instelling: a b
IPv4
1
********************-
DHCP
2
Auto-IP
3
IP-adres
Ingeven van het IP-adres
Als DHCP ingesteld is op Uit, geef dan het IP-adres handmatig in.
IP-adres:
/**0.
0.
IPv4 Instelling: a b
1
********************-
DHCP
2
Auto-IP
3
IP-adres
Ingeven van het subnetmasker
Als DHCP ingesteld is op Uit, geef het subnetmasker dan handmatig in.
Subnetmasker:
/**0.
0.
14
[ Einde
]
15
16
a b
0.
0
17
18
[ Einde
]
19
20
a b
0.
0
21
Druk op [OK]. De DHCP-instelling wordt ingesteld en menu IPv4
Instelling verschijnt opnieuw.
Opmerking DHCP wordt ingeschakeld wanneer Aan
geselecteerd is. Druk op [Menu] om selectiemenu Modus te
verlaten.
Wanneer Uit ingesteld is, ga dan verder met het IP-adres
ingeven.
Druk op of om IP-adres te selecteren.
Druk op [OK]. Menu IP-adres verschijnt.
Gebruik de cijfertoetsen om het IP-adres in te voeren.
Er kunnen waarden tussen 000 en 255 ingesteld worden.
Verhoog of verlaag de cijfers door op of te drukken.
Gebruik en om de positie waarop ingevoerd wordt, te wijzigen;
de actieve positie wordt benadrukt.
Druk op [OK]. Het IP-adres wordt opgeslagen en menu IPv4
Instelling verschijnt opnieuw.
Druk op of om Subnetmasker te selecteren.
Druk op [OK]. Menu Subnetmasker verschijnt.
Gebruik de cijfertoetsen om het subnetmasker in te voeren.
Er kunnen waarden tussen 000 en 255 ingesteld worden.
De invoermethode is gelijk aan die voor het IP-adres.
2-6
Voorbereiding voor het gebruik