Master – Slave – functie
Via de dataleiding kan men twee regelaars ANS 21 verbinden. Daardoor is het mogelijk, twee
boilers te laden, waarbij een boiler door de „master"-regelaar met voorrang wordt geladen.
Op de master worden beide sensoren aangesloten.
Op de „slave"-regelaar, welke aan de master is gekoppeld, wordt alleen de boilersensor BS
aangesloten. De slave neemt de collectortemperatuur over van de master.
In deze master-slave regeling bestaan twee modi:
2 pompen-modus: Zoals in het schema zichtbaar, zijn op zowel de master als de slave
een pomp aangesloten. De master-pomp heeft absolute voorrang. Daardoor kan de
slave-pomp pas inschakelen, indien de master-pomp is uitgeschakeld (afhankelijk van
de inschakelvoorwaarden). De 2 pompen-modus wordt geactiveerd, indien op de
slave de klemmen van de collectorsensor vrij blijven (= onderbreking).
Pomp-ventiel-modus: De gemeenschappelijke pomp wordt op de master aangesloten,
de slave stuurt het ventiel. Zodra op de master de inschakelvoorwaarden niet meer
worden bereikt, neemt de slave het commando voor het aansturen van de pomp en
schakelt tevens het ventiel naar „zijn" verbruiker SP2 om. De pomp-ventiel-modus
wordt geactiveerd, indien op de slave de klemmen van de collectorsensor met een
draad worden overbrugd (=kortsluiting).
6
SP2
P - Slave
BS - Slave
SP2
BS- Slave
KS - Master
P Master
KS - Master
P - Master
V - Slave
SP1
BS - Master
SP1
BS - Master