INsTAllATIE
Ingebruikname
Aansluitvoorbeeld
3
K1
4
1
L N PE L L N PE
1 Warmtepomp
2 Warmtepompmanager
3 Hoofdschakelkast
4 Beveiliging vrijgave energiemaatschappij
11.4 Aansluitpaneel sluiten
1
1 geluidsisolatie
f Plaats de afdekking op het toestel.
f
f Bevestig de afdekking met de vier schroeven.
f
f Sluit de circulatiepomp voor de warmteafgiftezijde
f
overeenkomstig de planningsdocumenten aan op de
warmtepompmanager.
18
| WPL 10 AC | WPL 10 ACS
L N PE
N
L N PE
WP
DHC
1 2 3 4
5 6
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
1 2 3 4
5 6
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
1 2 3
12. Ingebruikname
Voor de werking van het toestel is de warmtepompmanager WPM
noodzakelijk. Hiermee worden alle vereiste instellingen voor en
tijdens de werking uitgevoerd.
Alle instellingen in de ingebruiknamelijst van de warmtepomp-
manager, de ingebruikname van het toestel en de opleiding van
de gebruiker moeten uitgevoerd worden door een installateur.
De ingebruikname moet overeenkomstig deze installatiehandlei-
ding en de handleidingen van de warmtepompmanager plaats-
vinden. Voor de ingebruikname kunt u een beroep doen op onze
klantenservice (tegen betaling).
Als u dit toestel commercieel gebruikt, dient u voor de ingebruik-
name rekening te houden met de voorschriften inzake industriële
veiligheid en gezondheid. Meer informatie hieromtrent vindt u bij
de bevoegde bewakingsinstantie (bijv. TÜV).
12.1 Controle voor de opstart
Controleer de volgende punten voor de ingebruikname.
12.1.1 Verwarmingsinstallatie
- Heeft u de verwarmingsinstallatie met de juist druk gevuld
en de snelontluchter geopend?
12.1.2 Temperatuursensor
- Heeft u de buitensensor en de retoursensor (in combinatie
met buffervat) juist aangesloten en geplaatst?
12.1.3 netaansluiting
- Heeft u de netaansluiting vakkundig uitgevoerd?
12.1.4 Transportbeveiliging
- Heeft u de draadeinden ter beveiliging van de compressor
verwijderd?
2
PE
www.stiebel-eltron.com