INsTAllATIE
Montage
9.7
Buffervat
Materiële schade
!
Voor de koelwerking via ventilatorconvectoren is een dif-
fusiedicht, geïsoleerd buffervat absoluut noodzakelijk. De
nood-/bijverwarming moet aangesloten zijn.
Om een storingsvrije werking van het toestel te verzekeren, is het
aan te bevelen een buffervat te gebruiken.
Het buffervat is bestemd voor de hydraulische ontkoppeling van
debieten in het warmtepomp- en verwarmingscircuit, en als ener-
giebron voor ontdooiing.
f Neem voor de werking zonder buffervat de gegevens in acht
f
in hoofdstuk "Minimumdebiet met individuele ruimteregeling
via een afstandsbediening bij installaties zonder buffervat".
9.8
Voorbereiden van de elektrische installatie
WAARSCHUWING elektrische schok!
Voer alle elektrische aansluit- en installatiewerkzaam-
heden uit in overeenstemming met de nationale en re-
gionale voorschriften.
WAARSCHUWING elektrische schok!
Aansluiting op het stroomnet is alleen als vaste aan-
sluiting toegestaan. Het toestel moet op alle polen met
een afstand van minstens 3 mm van het stroomnetwerk
kunnen worden losgekoppeld. Aan deze vereiste wordt
voldaan door magneetschakelaars, vermogensschake-
laars, zekeringen, enz.
Materiële schade
!
De aangegeven spanning moet overeenkomen met de
netspanning. Houd rekening met de specificaties op het
typeplaatje.
Materiële schade
!
Beveilig afzonderlijk de 3 stroomcircuits (voor het toestel,
de elektrische nood-/bijverwarming en de sturing).
f Sluit "L" voor de warmtepomp en sturing op dezelfde fase
f
aan.
Zo nodig kunt u bij de WPL 10 AC onze aanzetstroombegrenzer
met 25 A installeren (zie "Overig toebehoren").
f Leg de leidingen met de overeenkomstige kabeldiameters.
f
Neem de nationale en regionale voorschriften in acht.
Zekering
Toewijzing
C 25 A
Warmtepomp
(1-fasig)
C 16 A
Warmtepomp
(3-fasig)
B 35 A
Elektrische
nood-/bijverwar-
ming (DHC)
(1-fasig)
B 16 A
Elektrische
nood-/bijverwar-
ming (DHC)
(3-fasig)
B 16 A
Sturing
10
| WPL 10 AC | WPL 10 ACS
Kabeldiameter
2,5 mm² bij vrije plaatsing
4,0 mm² bij plaatsing in een muur
2,5 mm²
6,0 mm² bij plaatsing in een wand
4,0 mm² bij plaatsing van een meeraderi-
ge kabel op een wand of in een elektrici-
teitsbuis op een wand
2,5 mm
1,5 mm² bij slechts twee belaste geleiders
en plaatsing op een wand of in een lei-
dingbuis op een wand.
1,5 mm²
De elektrische gegevens vindt u in het hoofdstuk "Technische ge-
gevens". Voor de busleiding hebt u een kabel J-Y (St) 2 x 2 x 0,8
mm² nodig.
10. Montage
10.1 Transport
- Draagbanden voor het transport van het toestel kunt u op de
grijs gemarkeerde plaatsen onderaan op het frame inhaken.
Materiële schade
!
Bescherm het toestel tijdens het transport tegen zware
stoten.
- Als u het toestel tijdens het transport kantelt, mag dit slechts
kortstondig gebeuren op één van de lange zijden. Trans-
porteer het toestel daarbij zo dat de compressor zich aan de
hoger gelegen zijde van het toestel bevindt.
- Hoe langer het toestel gekanteld blijft, hoe meer het koude-
middel zich in het systeem verspreidt.
f Wacht daarom ca. 30 minuten voordat u het toestel na het te
f
hebben gekanteld, in gebruik neemt.
www.stiebel-eltron.com