Storingslijst Aflezen en opheffen van alle opgetreden storingen volgens de storingslijst
Storing
Omschrijving van de storing
HD-sensor max
Als de uitschakeling 5 maal is opgetreden binnen de bedrijfstijd (5
Regeluitschkling.
minuten), wordt dit in de foutenlijst opgenomen en wordt de instal-
Geen fout!
latie permanent uitgeschakeld. In principe is de uitschakeling van de
HD-sensor max een regeluitschakeling die alleen ter informatie over de
duur van de stilstandtijd op het display wordt weergegeven en niet in
de foutenlijst wordt opgenomen. Als het systeem echter binnen korte
tijd zeer vaak op deze manier wordt uitgeschakeld, duidt dit op een
fout. Daarom wordt het opgenomen in de foutenlijst.
Vorstbeveiliging
Nadat de storing vijfmaal binnen de bedrijfstijd (stilstandtijd x 50 plus
20 minuten) is opgetreden, wordt de installatie blijvend uitgeschakeld.
De storing wordt, nadat deze voor het eerst is opgetreden, in de sto-
ringslijst opgenomen.
Relais blijft plak-
Na elke uitschakeling van de compressor wordt na 10 seconden gecon-
ken
troleerd of relais K9 geopend is. Is dit het geval, dan blijft een relais
hangen. De storing wordt in de storingslijst opgenomen en de installatie
wordt blijvend uitgeschakeld.
Hoge druk
Na de start van de compressor wordt na 15 seconden maskering gecon-
troleerd of relais K9 geopend is. Is dit het geval, dan is de hogedrukbe-
veiliging geactiveerd. De storing wordt in de storingslijst opgenomen en
de installatie wordt blijvend uitgeschakeld.
Geen vermogen
Nadat de compressor is gestart, moet de druk binnen 10 seconden met
2 bar zijn gestegen. Is dit niet het geval, dan treedt de storing op. Deze
wordt, nadat deze voor het eerst is opgetreden, in de storingslijst opge-
nomen, en de installatie wordt blijvend uitgeschakeld.
Bron min.
De ingestelde minimale brontemperatuur werd overschreden.
De fout wordt opgenomen in de foutlijst. Na de ingestelde stilstandtijd
start de compressor weer.
Heetgas max.
Als de temperatuur van het gas boven de 130 °C komt, wordt de com-
Regeluitschake-
pressor voor de minimale stilstandtijd uitgeschakeld. Dit is een normale
ling.
regelafsluiting en wordt niet opgenomen in de foutenlijst. Ter informa-
Geen fout!
tie wordt de reden van de uitschakeling tijdens de stilstandtijd op het
display weergegeven.
2.15 Ingebruiknamelijst
Tijdens de ingebruikname dient het regeltoestel in de „stand-by"-stand
ongecontroleerd wordt opgestart. Vergeet niet de installatie op de laatst ingestelde bedrijfstoestand terug te zetten.
Nr.
Parameter
1
Code-nummer invoeren
2
Taal
3
Contrast
4
Weergave display
5
Noodbedrijf
6
Koelbedrijf *
7
Opwarmprogramma
8
Zomerbedrijf
9
Inschakelen pomp
10
Tijdsduur bufferpomp
11
Vaste temperatuur waarde-SOLL
12
Bron
13
Brontemperatuur-MIN
14
Retourtemperatuur-MAX
Oplossing
Alleen als fouten worden opgenomen in de fou-
tenlijst:
aanvoertemperatuurbewaking en HD-sensor con-
troleren.
volumestroom en temperatuur bij de verwarmer
controleren.
Volumestroom en configuratie van de bronzijde
controleren.Vulhoeveelheid koelmiddel controle-
ren (kijkglas).
Beveiligingen K1 en K2 controleren en zo nodig
vervangen.
Aanvoertemperatuurbewaking en HD-sensor
controleren.Volumestroom en temperatuur van de
verwarmingszijde controleren.
Compressor draait verkeerd om.
Minimale brontemperatuur controleren en zo
nodig aanpassen.Bronvolumestroom controleren:
bronconfiguratie controleren.
Geen maatregelen nodig omdat het hier een re-
gelafsluiting betreft.
te staan. Hiermee voorkomt u dat de warmtepomp
Instelbereik
Standaard
0000 bis 9999
1000
Duits
– 10 tot + 10
ACT-retourtemp
AAN / UIT
AAN / UIT
AAN / UIT
AAN / UIT
AAN / UIT
AAN / UIT
UIT / °C
Water
– 10 °C tot 10 °C
+ 2 °C
20 °C tot 55 °C
50 °C
Installatiewaarde
0
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
37