6‐12
Problemen en oplossingen
Procedure voor nulijking
Verificatie transportluchtflow
P/N 7560587‐01
Voer deze procedure uit wanneer het bedieningspaneel van de
systeembesturing luchtflow aangeeft terwijl het spuitpistool niet aan is
getriggerd, of wanneer de helpcode Hoog-storing voor transportlucht of
Hoog-storing voor patroonlucht (H25 of H26) wordt weergegeven.
Alvorens een nulijking uit te voeren:
S
Controleer of de naar het systeem toegevoerde persluchtdruk hoger is
dan het minimum van 5,86 bar (85 psi).
S
Controleer of er geen lucht weglekt via de uitgaande aansluitingen aan
de module of nabij de magneetkleppen of doseerkleppen. Bij een
nulijking aan modules met lekkages ontstaan er extra meetfouten.
1. Bij het pompbesturingspaneel de 6 mm slang voor patroonlucht
loskoppelen en 8 mm pluggen op de uitgangen aanbrengen.
2. Druk de Nordson knop minstens 5 seconden in om de besturingsfuncties
weer te geven. F00-00 staat weergegeven.
3. Draai de draaiknop totdat F10-00 wordt weergegeven.
4. Druk op de knop Enter en draai de knop vervolgens om F10-01 weer te
geven.
5. Druk op de knop Enter. De systeembesturing voert een nulijking uit voor
transportlucht en patroonlucht en reset het functiedisplay op F10-00.
6. De afsluitdoppen uit de aansluitingen voor patroonlucht verwijderen en
de luchtslangen weer aansluiten.
OPMERKING: Vóór deze procedure een kleurwisseling uitvoeren en
controleren of alle poeder uit de pomp is verwijderd.
1. De luchtcontroleset (1039881) gebruiken en deze met de 10 ft/3,05 m
lange slang van 8 mm diameter aansluiten op de afleverpoort van de
pomp.
2. De afgifte instellen op 100 %, stuwlucht instellen op 00 % en de pomp
AAN triggeren. De manometer moet 0,2 - 0,3 bar aangeven.
3. Stuwlucht verhogen tot +50 % en de pomp AAN triggeren. De
manometer moet 0,5 - 0,6 bar aangeven.
4. Stuwlucht verlagen tot -50 % en de pomp AAN triggeren. De manometer
moet 0,1 - 0,2 bar aangeven.
E 2015 Nordson Corporation