4‐4
Gebruik
Gebruik van fluïdisatielucht
Poedertoevoer vanuit hopper
Trildoostoevoer
P/N 7560587‐01
Indien de systeembesturing is geconfigureerd voor een
poedertoevoerhopper, wordt bij het inschakelen van het bedieningspaneel
ook fluïdisatielucht naar de hopper gevoerd. Stel de fluïdisatieluchtdruk in op
0,3 - 0,7 bar (5 - 15 psi). De druk moet juist voldoende zijn om het poeder in
de hopper rustig te laten "koken". De fluïdisatielucht veroorzaakt een
volumevergroting van het poeder.
Fluïdiseer het poeder eerst 5 - 10 minuten voordat u gaat spuiten, voor een
gelijkmatige fluïdisatie zonder samenklonteringen.
OPMERKING: Over- of onderfluïdisatie is een veel voorkomende oorzaak
van inconsistente toevoer.
Wanneer de besturing is geconfigureerd voor trildoostoevoer, schakelt de
fluïdisatielucht in en uit bij het aan/uit triggeren van het pistool.
Stel de fluïdisatieluchtdruk in op 0,3 - 0,7 bar (4,3 - 10,2 psi) (psi - zo laag
mogelijk; ongeveer 1 psi). De druk mag alleen maar het poeder rondom de
aanzuigbuis fluïdiseren. Het poeder mag niet wild koken of uit de doos
spatten. Overfluïdisatie kan verlies van poedertransport veroorzaken.
Wanneer het spuitpistool uit wordt getriggerd, blijft de trilmotor nog
gedurende een configureerbare vertraging aan. Deze vertraging voorkomt
het te snel in/uit schakelen van de motor telkens wanneer u het pistool
aan/uit triggert en verlengt zo de levensduur van de motor. Standaard is de
vertragingstijd 30 seconden.
De trilmotor kan ook worden ingesteld op continue werking. Als u deze
instelling hebt gekozen, druk dan de pistooltrigger in en laat los om de motor
te starten. Om de motor uit te schakelen zet u het bedieningspaneel in
stand‐by of schakelt u de besturingseenheid uit.
Om het systeem te configureren voor een trildoostoevoer wijzigt u de
vertragingstijd van de trildoostoevoer of stelt u de trilmotor in op continue
werking; raadpleeg hiervoor Configuratie van besturing in de
bedieningshandleiding voor de systeembesturing.
OPMERKING: Over- of onderfluïdisatie is een veel voorkomende oorzaak
van inconsistente toevoer.
E 2015 Nordson Corporation