• Het systeem start niet onmiddellijk terug op
wanneer u de voeding inschakelt.
Wacht één minuut totdat de microcomputer klaar
voor gebruik is.
• De buitenunit werkt niet meer
Dit is omdat de ruimtetemperatuur de ingestelde
temperatuur heeft bereikt. De binnenunit ventile-
ert alleen nog.
II. WANNEER DE MELDING "
TRAAL BESTUURD) WORDT WEERGEGEVEN
EN DE WERKINGSMODUS VERSCHILT VAN
DIE OP HET DISPLAY VAN DE AFSTANDSBE-
DIENING.
De reden hiervan is dat de werkingsmodus wordt
gestuurd door een microcomputer, zoals is
weergegeven in onderstaande afbeelding,
afhankelijk van de werkingsmodus van de andere
verbonden binnenunits in het multisysteem.
• Als de werkingsmodus verschilt van de werk-
ingsmodus van de andere binnenunits die al
gestart zijn zal de binnenunit stand-by gezet
worden (de ventilator stopt en de jaloezieën
worden horizontaal gezet).
Het apparaat zal in de hierboven beschreven
modus gezet worden als een van de modi koelen,
drogen of ventilator ingesteld is in combinatie met
de modus verwarmen.
OPMERKING
• Gewoonlijk heeft de werkingsmodus in de ruimte
waarin het apparaat het eerst wordt ingeschakeld
de hoogste prioriteit, maar in de volgende situ-
aties is dit niet het geval.
a. Als de unit in de eerste ruimte in de modus
VENTILATOR wordt gebruikt, zal de modus
VERWARMEN in elke willekeurige andere
ruimte , wanneer deze wordt ingeschakeld, de
hoogste prioriteit krijgen. In deze situatie zal de
unit in de ruimte waarin wordt geventileerd in de
modus stand-by worden geschakeld.
b. Wanneer de instelling van een voorkeursruimte
WEL wordt gebruikt
Neem contact op met uw Daikin-leverancier voor
de functie die overeenkomt met uw systeem.
• Als de totale capaciteit van alle ingeschakelde
binnenunits hoger wordt dan deze waarde zal
de binnenunit stand-by gezet worden (ventila-
tor- en luchtuitstroomrichtinginstelling blijven
ongewijzigd). (Alleen voor apparaat voor
alleen-koelen.)
• Als een andere binnenunit na koelen begint te
verwarmen zal het apparaat mogelijk eerst gaan
drogen (ventilator werkt op fluistersnelheid en
de jaloezieën worden horizontaal geplaatst).
Nederlands
III.DE VENTILATOR DRAAIT MET EEN ANDERE
DAN DE INGESTELDE SNELHEID.
• De ventilatorsnelheid verandert niet wanneer
de toets voor het regelen van de ventila-
torsnelheid wordt ingedrukt.
Wanneer de temperatuur in de ruimte de ingest-
elde temperatuur bereikt (bij verwarmen) wordt de
voedingsspanning van de buitenunit onderbroken
en de binnenunit zal stil gaan werken (in een mul-
" (CEN-
tisysteem schakelt de ventilator afwisselend tus-
sen langzaam draaien en stoppen).
Dit is om te voorkomen dat koele lucht recht-
streeks op een van de aanwezigen in de ruimte
wordt geblazen.
IV.DE RICHTING VAN DE UITGEBLAZEN LUCHT
KOMT NIET OVEREEN MET DE INGESTELDE
RICHTING.
• De huidige uitblaasrichting wordt niet weerge-
geven in het display van de afstandsbediening.
• De automatische draai-richting voor de lucht-
stroomrichting werkt niet.
Meer informatie vindt u in de paragraaf "DE RICH-
TING VAN DE LUCHTSTROOM INSTELLEN".
V. UIT HET TOESTEL KOMT WITTE ROOK
• Wanneer de vochtigheid hoog is tijdens koel-
ing (Op vette of stoffige plaatsen)
Indien de binnenkant van een binnenunit bij-
zonder vervuild is, wordt de temperatuurverspre-
iding in een kamer ongelijk. Het is nodig de
binnenkant van de binnenunit te reinigen.
Vraag uw Daikin dealer om gegevens over het
reinigen van de unit. Dit moet door een ervaren
servicepersoon worden gedaan.
• Wanneer het systeem na ONTDOOIWERKING
in VERWARMWERKING wordt geschakeld.
Het vocht dat bij ONTDOOIEN werd gecreëerd,
wordt in stoom omgezet en komt vrij.
VI.GELUID VAN AIRCONDITIONERS
• Nadat het apparaat is gestart, hoort u een
gonzend geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt door de temperatuur-
regelaar.
Na ongeveer één minuut verdwijnt het geluid.
• Er is een voortdurend laag gesis te horen wan-
neer de systemen in de KOELEN of ONTDOO-
IEN stand zijn.
Dit is het geluid van koelgas dat door de binnen-
en buitenunits stroomt.
• Er is een sisgeluid te horen bij het starten of
onmiddellijk nadat de werking is gestopt, of
dat te horen is aan het begin of onmiddellijk
na het stoppen van het ONTDOOIEN.
Dit is het geluid van koelmiddel, veroorzaakt door
het stoppen en veranderen van de stroom.
12