ZO REINIGT U DE LUCHTINLAATGRILLE
1. Open de luchtinlaatgrille.
Verschuif de beide knoppen en trek deze
omlaag. (Ga op dezelfde manier te werk om de
grille te sluiten.)
2. Verwijder de luchtfilters.
Meer informatie vindt u in de paragraaf "ZO
REINIGT U HET LUCHTFILTER". (Zie Afb. 3)
3. Neem de luchtinlaatgrille los.
Open de luchtinlaatgrille en trek de klemmen
aan de achterzijde van de luchtinlaatgrille naar
voor. (Zie Afb. 4)
4. Reinig de luchtinlaatgrille.
Was de grille met een zachte
borstel en een neutraal reinig-
ingsmiddel of alleen water en
laat de grille goed drogen.
• Bij sterke vervuiling
Breng een reinigingsmiddel voor het reinigen
van ovens en ventilatoren onverdund aan op de
grille, laat het ongeveer 10 minuten inwerken en
spoel de grille vervolgens af met water.
OPMERKING
• Reinig de airconditioner met water dat niet heter
is dan 50°C, omdat anders de behuizing van de
airconditioner kan verkleuren en/of vervormen.
5. Het luchtfilter monteren.
Meer informatie vindt u in de paragraaf "ZO
REINIGT U HET LUCHTFILTER".
6. De luchtinlaatgrille bevestigen.
Zie punt 3.
7. Sluit de luchtinlaatgrille.
Zie punt 1.
OPSTARTEN NA EEN LANGE PERIODE VAN
INACTIVITEIT
Bevestig het volgende
• Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat niet zijn
geblokkeerd.
Verwijder eventuele belemmeringen.
• Controleer of de aarde is aangesloten.
Is een kabel misschien ergens verbroken?
Neem in het geval van problemen contact op met
uw leverancier.
Reinig het luchtfilter en de buitenpanelen.
• Vergeet net het luchtfilter na het reinigen te
bevestigen.
Zet de hoofdschakelaar aan.
• Het display op de afstandsbediening wordt
getoond wanneer de stroom wordt aangezet.
• Ter bescherming van de unit moet de hoofd-
schakelaar ten minste 6 uur voordat het systeem
in gebruik wordt genomen worden aangezet.
11
WAT TE DOEN ALS U HET SYSTEEM VOOR
LANGE TIJD STOPT
Zet VENTILATOR een halve dag aan en laat de
unit drogen.
• Zie "6. BEDIENING".
Zet de stroom uit.
• Wanneer de hoofdschakelaar wordt aangezet,
wordt er een kleine hoeveelheid elektriciteit
gebruikt, ook al is het systeem niet in bedrijf.
Schakel de hoofdschakelaar van de unit uit om
energie te besparen.
• Het display op de afstandsbediening verdwijnt
wanneer de hoofdschakelaar wordt uitgezet.
Het luchtfilter en de buitenzijde van het apparaat
reinigen.
• Zorg ervoor dat het luchtfilter, nadat het is gerein-
igd, weer op de oorspronkelijke plaats wordt ter-
uggeplaatst. Meer informatie vindt u in de
paragraaf "ONDERHOUD".
9. GEEN SLECHTE WERKING VAN
DE AIRCONDITIONER
Volgende symptomen duiden niet op een probleem
met de airconditioner.
I. HET SYSTEEM WERKT NIET
• Het systeem start niet onmiddellijk opnieuw
nadat de AAN/UIT-toets is ingedrukt.
Wanneer het BEDRIJFS-lampje brandt, is het
systeem in normale conditie.
Het start niet onmiddellijk omdat een beveiliging
overbelasting van het systeem voorkomt. Na
3 minuten start het systeem weer vanzelf.
• Het systeem wordt niet direct in werking gest-
eld als de TEMPERATUURINSTELLING-toets
in de vorige stand wordt teruggezet nadat de
toets is ingedrukt.
Als de BEDRIJFS-indicator gaat branden, func-
tioneert het systeem normaal.
Het systeem wordt niet direct in werking gesteld
omdat er een beveiliging is geactiveerd om over-
belasting te voorkomen. Het systeem wordt na
3 minuten automatisch in werking gesteld.
• Het systeem start niet wanneer het display
"
" (CENTRAAL BESTUURD) toont en
enkele seconden knippert nadat een bedien-
ingstoets is ingedrukt.
Dit komt doordat het systeem centraal bestuurd
wordt. Wanneer het display knippert betekent dit
dat het systeem niet met de afstandsbediening
bestuurd kan worden.
Nederlands