BEDRIJFSSTAND-KEUZESCHAKELAAR
21
Druk deze toets in om de gewenste bedrijfs-
stand te selecteren.
DE RICHTING VAN DE LUCHTSTROOM
INSTELLEN-REGELAAR
22
Zie blz. "DE RICHTING VAN DE LUCHT-
STROOM INSTELLEN".
OPMERKING
• Alle in afbeelding 1 afgebeelde displays ver-
schijnen uitsluitend ter verduidelijking en duiden
niet op een werkelijke situatie.
6. BEDIENING
Zie afbeelding 1 op pagina [1]
• De bedieningsprocedure verschilt tussen het
model met de warmtepomp en het model met
directe koeling. Neem contact op met uw Daikin
dealer om het systeemmodel te bevestigen.
• Ter bescherming van de unit met de hoofdschake-
laar 6 uur voordat de unit in gebruik wordt
genomen worden aangezet.
• Indien de hoofdschakelaar tijdens bedrijf wordt
uitgezet, worden de werking automatisch hervat
nadat de hoofdschakelaar weer wordt aangezet.
KOELEN, VERWARMEN, AUTOMATISCH,
VENTILATOR EN PROGRAMMA DROGEN
Bedienen in de onderstaande volgorde.
KEUZESCHAKELAAR
1
Druk meermaals op de BEDRIJFSSTANDK-
IEZER-toets en kies de BEDRIJFSSTAND
van uw keuze als volgt.
KOELEN ................................................ "
VERWARMEN ....................................... "
AUTOMATISCH ..................................... "
• In deze bedrijfsstand wordt automatisch
afgewisseld tussen KOELEN/VERWARMEN.
VENTILATOR......................................... "
DROGEN ............................................... "
• Dit programma dient om de vochtigheid in uw
kamer te verminderen met een minimum aan
temperatuurdaling.
• De microcomputer bepaalt automatisch TEM-
PERATUUR en VENTILATORSNELHEID.
• Dit systeem wordt niet in werking gesteld als de
temperatuur in de kamer minder dan 16°C bedraagt.
Zie afbeelding 3 op pagina [1]
• Bij de koelunits kunnen de functies "KOELEN",
"VENTILATOR" en "DROGEN" worden geselecteerd.
7
2
Druk op de AAN/UIT-toets.
Het WERKING-lampje begint te branden en het
systeem begint de WERKING.
[VERKLARING VAN DE VERWARMING-
SWERKING]
ONTDOOIEN
• Naarmate op de buitenunit rijm wordt gevormd,
verminder het verwarmingseffect en wordt het
toestel in ONTDOOIWERKING (ontdooien)
geschakeld.
• De ventilator van de binnenunit stopt en op het dis-
play van de afstandsbediening is "
• Na 6 tot 8 minuten (maximum 10 minuten) ONT-
DOOIWERKING wordt het systeem weer in VER-
WARMWERKING (verwarmen) geschakeld.
Met betrekking tot de temperatuur van de
buitenlucht en de verwarmingscapaciteit
• De verwarmingscapaciteit van de airconditioner
neemt af als de temperatuur van de buitenlucht
daalt. Als de capaciteit te veel afneemt, moet u de
airconditioner in combinatie met een andere
warmtebron gebruiken.
• In dit systeem wordt de warme lucht gecirculeerd,
zodat het enige tijd kan duren voordat het in de
gehele ruimte warm wordt.
• De ingebouwde ventilator blijft enige tijd draaien, tot-
dat de temperatuur in de airconditioner een bepaalde
hoogte bereikt. Gedurende deze tijd verschijnt
"
" op de display van de afstandsbediening.
Laat het systeem ongemoeid en wacht rustig af.
• Wanneer de warme lucht onder het plafond blijft
hangen en u koude voeten krijgt, verdient het
aanbeveling om met behulp van een ventilator de
lucht in de ruimte te ventileren. Raadpleeg uw
dealer voor details.
"
REGELING
"
"
Voor het programmeren van de TEMPERATUUR en
de VENTILATORSNELHEID.
Volg onderstaande stappen.
"
DE TEMPERATUUR INSTELLEN
"
Druk op de TEMPERATUURINSTELLING-
toets en programmeer de insteltemperatuur.
Bij iedere druk op deze toets worden de
insteltemperatuur met 1°C verhoogd.
Bij iedere druk op deze toets worden de
insteltemperatuur met 1°C verlaagd.
• Met deze instelling is ventilator werking niet mogelijk.
AAN /UIT
Nederlands
" te zien.