9.
INSTALLATIE VAN DE HOEKPLATEN
EN HET LUCHTINLAATROOSTER
• Bevestig de hoekplaten aan de unit en zet ze met een
schroef vast. (De schroeven zijn aan de hoekplaten vastge-
plakt.)
• Knip de hoekpanelen, wanneer de leidingen via de boven-
zijde of de rechterzijde van het apparaat worden aangeslo-
ten, voordat u deze bevestigt op de manier zoals is
weergegeven in Afb. 36. (Zie Afb. 36)
Uitsparing voor leidingen
Met zaag uitzagen
Voor naar achteren
lopende leidingen
Afb. 36
• Bevestig het luchtinlaatrooster.
• Haak de touwtjes aan de unit, zodat het rooster niet kan
vallen. (Zie Afb. 37)
10. LOKALE INSTELLINGEN
10-1 Zorg ervoor dat de inspectieluiken van de
binnen-, BEV- en buitenunits gesloten zijn.
De veldinstelling dient met behulp van de afstandsbediening
te worden aan de hand van de installatieomstandigheden.
• De instelling kunne worden gemaakt door het "Functienr.",
het "EERSTE CODENR." en het "TWEEDE CODENR." in te
stellen.
• In de paragraaf "Lokale instellingen" bij de afstandsbedien-
ing vindt u de volgorde van de instellingen en de manier
waarop deze moeten worden doorgevoerd.
Instelling moet worden uitgevoerd bij alle units in een groep.
Gebruik voor de instellingen voor afzonderlijke binnenunits
of om een instelling te controleren de modi (met "2" als
kwadraatteken) tussen haakjes ( ).
TWEEDE
CODENR.
EERSTE
CODENR.
SETTING
• Stel de afstandsbediening in op de veld instelfunctie.
Zie "HET INSTELLEN VAN HET VELD" vin de han-
dleiding van de afstandsbediening voor details.
Nederlands
Uitsparing voor leidingen
Met zaag uitzagen
Voor naar rechts lopende
leidingen
Afb. 37
Functienr.
VELD
INSTEL-
FUNCTIE
10-2 Instellen van de plafondhoogte
• Selecteer de TWEEDE CODENR. die overeenkomt met de
plafondhoogte. Zie Tabel 5 en 6.
(De fabrieksinstelling voor de TWEEDE CODENR. is "01"
voor een plafondhoogte lager dan 2,7 meter of voor 4-weg
luchtuitlaat.)
Tabel 5
Plafondhoogte (m)
4-weg luchtuitlaat 3-weg luchtuitlaat 2-weg luchtuitlaat
Lager dan 2,7m
Minder dan 3m
Meer dan 2,7m;
Meer dan 3m;
3m of minder
3,5m of minder
Meer dan 3m;
Meer dan 3,5m;
3,5 of minder
3,8 of minder
Table 6
Instelling
Functienr.
EERSTE CODENR. TWEEDE CODENR.
N
H
13 (23)
S
10-3 Instellingen voor opties
• Raadpleeg de installatiehandleiding van de optie voor
details over de instelling ervan.
10-4 Instellen van de luchtstroomrichting
• Om de luchtstroomrichting te wijzigen in 2-weg of 3-weg
luchtuitlaat wijzigt u het TWEEDE CODENR. Zoals Tabel 7
laat zien.
(De fabrieksinstelling voor de TWEEDE CODENR. is "01"
voor een 4-weg luchtuitlaat.)
Tabel 7
Instelling
Functienr.
4-weg
luchtuitlaat
3-weg
13 (23)
luchtuitlaat
2-weg
luchtuitlaat
10-5 Instellen van de luchtfilterdisplay
• De afstandsbedieningen zijn voorzien van een LDC-scherm
waarop kan worden aangegeven wanneer de luchtfilters
gereinigd moeten worden.
• Stel het TWEEDE CODENR. Afhankelijk van de hoeveel-
heid stof in de ruimte volgens Tabel 8 in.
(Het TWEEDE CODENR. is op de fabriek ingesteld op "01"
voor lichte vervuiling van het luchtfilter.)
Tabel 8
Interval tussen
Instelling
luchtfilterdisplay
(levensduur)
Lichte vervuil-
ing van het
Ca. 2500 uren
luchtfilter
Zware vervuil-
ing van het
Ca. 1250 uren
luchtfilter
Instelling
Minder dan 3,5m
N
Meer dan 3,5m;
H
3,8m of minder
—
01
0
02
03
EERSTE
TWEEDE CODENR.
CODENR.
01
1
02
03
EERSTE
TWEEDE
Functienr.
CODENR.
CODENR.
01
10 (20)
0
02
S
15