Inhoudsopgave
Advertenties
WANNEER DE ELEKTRISCHE BEDRADING NIET IS
AANGELEGD
VOORZORGSMAATREGELEN
• De elektrische bekabeling moet door een erkend installateur
worden geïnstalleerd.
• Als de installatie door iemand zonder de juiste kwalificaties
is uitgevoerd, moeten de volgende handelingen na het uitvo-
eren van de werkingstest worden uitgevoerd.
• Verwijder het deksel van de besturingskast en zet de nood-
schakelaar boven de printplaatunit van het binnenunit van de
stand "NORM." in de stand "EMERG.". Sluit de enkelfase voed-
ing en de aardingsdraad (1, 3) aan op het aansluitingenblok
(50 Hz, 220 - 240V) en controleer de werking van de afvoer.
Zet de schakelaar om voordat u de stroom inschakelt.
(Zie Afb. 32)
VOORZORGSMAATREGELEN
• Stevig bevestigen aan klem C om er voor te zorgen dat de
kabelverbindingen niet mechanisch belast kunnen worden.
• Vergeet niet dat de ventilator draait tijdens bedrijf.
• Schakel na het controleren van de afvoer de stroom uit en zorg
ervoor, dat de noodschakelaar weer op "NORM." wordt gezet.
Printplaat
binnenunit
Noodschakelaar
Eenfasige voeding
• De afvoer controleren
1 2 3
NORM. EMERG.
• Na de controle
NORM. EMERG.
Afb. 32
8.
ELEKTRISCHE BEDRADING
8-1
ALGEMENE INFORMATIE
• Alle ter plaatse verkregen onderdelen en materialen dienen
aan de landelijk geldende voorschriften te voldoen.
• Gebruik alleen koperdraad.
• Meer informatie over de elektrische aansluitingen vindt u in
"BEDRADINGSSCHEMA" dat is bevestigd op het deksel
van het aansluitingencompartiment.
• Zie de installatiehandleiding van de afstandsbediening voor
details over het aansluiten van de afstandsbediening.
• Alle bedrading dient door een erkend elektricien te worden
aangelegd.
• Eén BEV-unit is verbonden met één binnenunit. Markeer
elke binnenunit en BEV-unit as apparaat A, apparaat B... en
zorg ervoor dat de draden van het aansluitingenblok naar de
buitenunit en de BS-unit met elkaar overeenkomen. Wan-
neer de bedrading en de leidingen tussen de buitenunit,de
binnenunit en de BEV-unit niet goed is/zijn aangesloten,
bestaat de mogelijkheid dat het systeem niet goed werkt.
• Er dient een circuitonderbreker te worden geïnstalleerd
waarmee de stroomtoevoer van het gehele systeem kan
worden onderbroken.
12
Aansluitingenblok voor de
besturingsbekabeling tussen units
Nok
Klem C
Klem C
Aansluitingenblok voor
de besturingsbekabeling
tussen units
• Meer informatie over de soort voedingskabel, de capaciteit
van de onderbrekerschakelaar en de schakelaar en de bek-
abeling vindt u in de installatiehandleiding bij de buitenunit.
• Vergeet niet om de airconditioner te aarden.
• Sluit de aardingsdraad niet aan op een gas- of waterleiding,
bliksemafleider of de aardedraad van een telefooninstallatie.
• Gasleidingen: explosiegevaar wanneer lekkage optreedt.
• Waterleiding: aarding niet mogelijk wanneer PVC-buis is
gebruikt.
• Telefoonaardkabels of lichtleidingen: mogelijk abnormaal
hoge spanningen in de aarde als gevolg van bliksemin-
slagen.
• Specificaties voor ter plaatse verkregen bedrading
De bekabeling voor de afstandsbediening wordt niet mee-
geleverd. Zie Tabel 4 voor de te gebruiken kabelsoort.
Tabel 4
Draad
Verbindingsbeka-
H05VV - U4G
beling tussen units
(OPMERKING 1)
Bekabeling voor
Vinylsnoer met man-
de afstandsbe-
tel of kabel (2-draads)
diening
(OPMERKING 2)
OPMERKING
1. Alleen in geval van beschermde leidingen. Gebruik H07RN-
F bij geen bescherming.
2. Dikte isolatiemateriaal: minimaal 1mm
3. Meer informatie vindt u in de installatiehandleiding van de
BEV-unit.
<Methodes voor het bedraden van de units en het aanslu-
iten van de snoeren van de afstandsbediening>
(Zie Afb. 33)
OPMERKING
1. Alle bekabeling, behalve die voor de afstandsbediening, is
gepoold en moet corresponderen met de markering op de
aansluiting.
• Bedrading tussen de apparaten
Verwijder het deksel van het elektrische aansluitingencom-
partiment en sluit de fasedraden op de juiste manier aan op
de voedingsaansluitingen binnenin het apparaat. Bevestig
de kabels stevig met de meegeleverde klem A en zet deze
vervolgens op dezelfde manier stevig vast met klem C.
• Aansluitingen voor de bekabeling voor de afstandsbediening
Aansluiten op het aansluitingenblok voor de afstandsbedien-
ing. (geen polariteit)
Bevestig de kabel van de afstandsbediening stevig met de
meegeleverde klem B en zet deze vervolgens op dezelfde
manier stevig vast met klem D.
Aansluiten van de bedrading
Bekabeling voor de
Klem B
afstandsbediening
Blauw
Blauw
Bedrading tussen units
1 2 3
Klem A
Aardingkabelaansluiting
Aansluitingen op het aansluitingenblok
voor de bekabeling tussen units (4P)
Draad-
Lengte
2
dikte (mm
)
(OPMERK-
2,5
ING 3)
Maximum
0,75 - 1,25
500m
Klemmenbord voor
afstandsbediening (2P)
Nok
Klemmen C en D
Klem D
Bekabeling voor de
afstandsbediening
Aansluitingenblok
Voedingskabel
voor de
Klem C
besturingsbe-
kabeling tussen
units (4P)
Afb. 33
Nederlands
Advertenties
Inhoudsopgave
