Inhoudsopgave
Advertenties
• Om verzakkingen tegen te gaan plaatst u om de 1 à
1,5 meter een hangdraad. (Zie Afb. 26)
• Gebruik alleen de bijgeleverde afvoerleiding (1) (voor naar
rechts lopende afvoer) of elleboog (10) (voor omhoog
lopende afvoer) en metalen klem (2).
• Monteer de afvoerslang (1) of elleboog (10) tot de aanslag over
de afvoerleiding en bevestig deze met een metalen klem (2).
• Draai de metalen klem (2) vast tot de kop van de bout
minder dan 4 mm is verwijderd van de slang.
• Isoleer de metalen klem (2) en de afvoerslang of elleboog
(10) met de meegeleverde afdichtmat (8). (Zie Afb. 28)
• Zorg op tweede plaatsen voor goede warmte-isolatie om
waterlekkage door condensvorming te voorkomen.
• Isoleer de afvoerslang binnen in het gebouw
• Afvoeraansluiting
Metalen klem (2)
Elleboog (10)
(accessoire)
Grote afdichtmat (8)
Metalen klem (2)
Grote afdichtmat (8)
Grote afdichtmat (8)
Omhooglop-
ende afvoer-
leiding
Korte uiteinde
Metalen klem (2)
(accessoire)
Afvoerslang (1)
Tape
(accessoire)
VOORZORGSMAATREGELEN
• Voorkom dat de afvoerslang (1) gebogen, getordeerd of
belast wordt, omdat daardoor lekkages kunnen ontstaan.
• Monteer de slangen op de manier zoals in onderstaande
afbeelding wanneer meerdere afvoerslangen bij elkaar
komen. (Zie Afb. 29)
Gebruik afvoerslang met een diameter die voldoende groot
is voor de hoeveelheid af te voeren vloeistof.
Nederlands
(accessoire)
Lange
deel
(accessoire)
(accessoire)
Afvoerleiding (1)
(accessoire)
(accessoire)
(accessoire)
Elleboog (10)
(accessoire)
Metalen klem (2)
(accessoire)
Metalen klem (2)
Grote
afdichtmat (8)
(accessoire)
(accessoire)
≤4mm
Afb. 28
Afvoerleidingen die bij elkaar komen met een T-verbinding
Afb. 29
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR OMHOOG LOPENDE
LEIDINGEN
• Maak stijgleidingen niet hoger dan 500mm.
• Plaats de stijgleidingen haaks op de binnenunit.
(Zie Afb. 30)
Afb. 30
VOORZORGSMAATREGELEN
Als de stijgleiding niet zuiver haaks wordt geplaatst, werkt de
vlotterschakelaar niet goed en kan er waterlekkage optreden.
7-2
Controleer of de afvoer goed doorstroomt
nadat alles is aangelegd.
• Open de watertoevoer, giet langzaam ongeveer 1 liter water
in de lekschaal en controleer of de afvoer goed werkt.
(Zie Afb. 31)
Onderhoudsklepje
≥100
Afvoerleiding
Gieter
(De tuit moet ca. 100mm lang zijn.)
Water bijvullen via de luchtuitlaat
Methode om water bij te vullen
Afb. 31
[Voorzorgsmaatregelen]
Aansluitingen voor afvoerleidingen
• Sluit de afvoerleidingen nooit direct aan op een rioolbuis die
naar ammoniak ruikt. De ammoniak in het riool kan dan de
binnenunit binnenunit binnendringen via de afvoerleidingen,
waardoor de warmtewisselaar gaat corroderen.
WANNEER DE ELEKTRISCHE BEDRADING IS AANGELEGD
• Controleer de doorstroming van de afvoer tijdens koelen,
zoals in "11. TESTEN" wordt uitgelegd.
FOUT
Inspectiegat
Tapgat (met rubberdop)
(Gebruik dit tapgat om water
in de afvoerpan te gieten.)
≥100
Water bijvullen via het inspectiegat
11
Advertenties
Inhoudsopgave
