3-weg luchtuitlaat (Zie Afb. 16)
B
Ruimte
voor leidingen
B
A
Ruimte
voor
Afsluitplaat
leidingen
Matige lucht-
stroomsterkte
B
Matige lucht-
stroomsterkte
B
A
Afsluitplaat
B
Afsluitplaat
B
A
Matige luchtstroomsterkte
Afb. 16
[PLAFONDHOOGTE]
Deze unit kan wordt geïnstalleerd in plafonds met hoogtes tot
3,8meter. De instellingen moeten echter ter plaatse gewijzigd
worden met behulp van de afstandsbediening wanneer het
plafond in drie richtingen hoger is dan 3 m of in twee richtingen
hoger is dan 3,5 m. Raadpleeg het hoofdstuk "10. LOKALE
INSTELLINGEN" en de installatiehandleiding van het sier-
paneel.
Installeer deze unit met de bodemplaat op een minimale
hoogte van 2,5meter, zodat hij buiten het bereik van de cliënt is.
8
C
D
A
Jaloezie
C
D
Jaloezie
C
D
A
C
D
C
D
A
Matige luchtstroo-
msterkte
C
D
5.
INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
<<Het is eenvoudiger om de optionele accessoires vóór de
binnen-unit te installeren.>>
Gebruik tijdens installatie alleen de bijgeleverde accessoires
en de door uw bedrijf voorgeschreven materialen.
5-1
Plaats de bovenste moeren en de
carrosserieringen op de ophangbouten (×4).
• Gebruik het bevestigingsplaatje (5) om te voorkomen dat de
carrosseriering valt. Hang de unit eerst aan de hangers aan
kant A op en breng de onderste carrosserieringen en
moeren aan die kant aan. (Zie Afb. 17)
Ruimte voor
leidingen
A
B
D
C
Afb. 17
5-2
Installeer de binnenunit. (Zie Afb. 18)
• Hang de unit op aan de hangbeugels aan kant A.
• Haak de unit aan de andere 2 hangbeugels en breng de
onderste carrosserieringen en moeren aan.
Hangbeugel
Moer
(Niet meegeleverd)
Vastdraaien
(dubbele
moeren)
5-3
Controleer of het apparaat zowel aan zijde C
als aan zijde D waterpas hangt. (Zie Afb. 19)
Controleren of de unit waterpas hangt
A
D
Afb. 19
5-4
Verwijder de bevestigingsplaatjes (5) waarmee
de carrosserieringen op hun plaats worden
gehouden en draai de bovenste moer vast.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Houdt bij het monteren de jaloezie niet vast, omdat deze
daardoor kan breken.
• De binnenunit is voorzien van een ingebouwde afvoerpomp
met vlotterschakelaar. Controleer met behulp van een
waterpas of met water gevulde plastic slangen of de unit
volledig waterpas hangt.
(Als de unit tegen de stroom van het condenswater in
afhangt, werkt de vlotterschakelaar niet goed en kan het
condenswater gaan lekken.)
Vastzetten van de vulring
Plaats onder
de vulring.
Bevestigingsplaatje (5)
(accessoire)
Vastzetten van de vulring
Vulringen voor
ophanging (3)
(accessoire)
Afb. 18
Ruimte voor leidingen
B
C
Waterpas
Nederlands