Veiligheidsvoorschriften en bedieningshandleiding
Voorbereiding voor het breken
Werktemperaturen
De werktemperaturen van de hydraulische
sloophamer liggen tussen -20ºC (-4ºF) en +80ºC
(+176ºF).
VOORZICHTIG Temperatuurgevaar
De hydraulische sloophamer en het hydraulische
systeem van de drager kunnen worden beschadigd
als de hydraulische sloophamer wordt gebruikt bij
hogere of lagere temperaturen.
►
Start de hydraulische sloophamer alleen als de
hydraulische olie de geschikte werktemperatuur
heeft bereikt.
Als de buitentemperatuur lager is dan -20ºC (-4ºF),
►
moet u het werkgereedschap en de hydraulische
sloophamer voor gebruik opwarmen.
Als de olietemperatuur hoger is dan +80ºC
►
(+176ºF), dient u de hydraulische sloophamer niet
te gebruiken omdat de oliekwaliteit dan niet
adequaat is hetgeen de levensduur van
afdichtingen en O-ringen verkort.
Motor omw/min
Een te hoog motortoerental zal slechts resulteren in
een verhoogd brandstofverbruik en een hogere
olietemperatuur. Pas het motortoerental aan de
aanbevolen waarde om de juiste werkoliestroom te
krijgen.
Bediening
Gevarenzone
Zorg er voordat u de hydraulische sloophamer start
voor dat zich niemand binnen de gevarenzone van
de hydraulische sloophamer (20 meter horiontaal en
verticaal) bevindt.
20 m
46
Breken
VOORZICHTIG Gevaren van machine en
gereedschap
Continu gebruik met volledige uitschuiving of
intrekking kan resulteren in schade aan de
hydraulische cilinders.
►
Vermijd altijd het gebruik van de sloophamer met
de cilinders volledig uitgeschoven of ingetrokken.
Verplaats de drager en/of arm om te voorkomen
►
dat cilinders volledig uitgeschoven of ingetrokken
worden.
Wees oplettend en kijk goed wat u doet.
►
Start de hydraulische sloophamer onder geen beding
voordat de drager en de hydraulische sloophamer
zich beide in de juiste positie bevinden.
KM 55, 105, 455
No. 9800 0969 42a | 2012-04-02
Originele handleidingen