— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
3
Leid de draad onder de geleider op de
persvoet.
1 Geleider op persvoet
2 Nok in geleider op persvoet
• Controleer of de draad goed door de nok in
de geleider op de persvoet gaat.
4
Leid de draad goed door de groef in de
draadafsnijder en trek zachtjes aan de draad
om deze af te snijden.
1 Groef in de draadafsnijder
Als de draad niet goed door de groef in de
draadafsnijder is geleid, verschijnt de
melding "Wisserfout." en kunt u de naald
niet inrijgen. Let op dat u de draad veilig
door de groef leidt.
Als niet genoeg draad is losgetrokken, kan
de draad niet door de draadafsnijder
worden geleid.
Opmerking
5
Druk op de automatische naaldinrijgknop.
• De naaldinrijger verplaatst zich naar
achteren, van de naald af. De draad wordt
door het oog geleid.
• De draadwisser komt naar buiten en pakt
de draad tussen de naald en de
naaldinrijger.
• De naaldinrijger keert terug naar de
oorspronkelijke beginpositie.
Het inrijgen van de bovendraad voor
naaldstang 1 is klaar.
Rijg de overige naaldstangen op dezelfde
wijze in.
Opmerking
Als de naaldstang die moet worden
ingeregen niet naar de borduurpositie is
verplaatst, kan de naald niet worden
ingeregen met het automatische
naaldinrijgmechanisme. Voer voor de
overige naaldstangen de volgende
handeling uit om de naaldstang naar de
borduurpositie te verplaatsen voordat u de
naald inrijgt.
De bovendraad inrijgen 61
2