Download Print deze pagina

Brother PR-1000 Bedieningshandleiding pagina 10

Borduurmachine

Advertenties

— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Structuur en functies van de machine
Machinaal borduren met tien
naalden
Uw machine heeft tien naalden, die elk zijn
ingeregen met een andere kleur draad. De machine
kan borduurpatronen naaien met verschillende
kleuren door automatisch de juiste naald voor elke
kleur te selecteren.
Het mechanisme dat de naalden op en neer
beweegt, wordt de naaldstang genoemd. De
naaldstangen bevinden zich in de
naaldstanghouder. De naaldstangen worden
genummerd van rechts naar links: naaldstang 1,
naaldstang 2, naaldstang 3, naaldstang 4,
naaldstang 5, naaldstang 6, naaldstang 7,
naaldstang 8, naaldstang 9 en naaldstang 10.
1 Naaldstang 1
2 Naald 1
3 Naaldstanghouder
De machine wijst automatisch een draadkleur toe
aan elke naald. Er zijn twee manieren om de
draadkleuren toe te wijzen. De automatische
methode (standaardinstelling bij aanschaf): de
naalden die al zijn ingeregen met een kleur die in
het volgende patroon wordt gebruikt, worden
toegewezen aan dezelfde draadkleur op basis van
de naaldstangtoewijzingen van het vorige patroon.
Dit om het aantal draadkloswisselingen zo laag
mogelijk te houden.
Voor professioneler borduurwerk kunt u met de
functie "Handmatige kleurvolgorde" de
naaldstangtoewijzingen gemakkelijk handmatig
opgeven. Combinaties van garenkleur en
naaldstang kunt u handmatig selecteren om een
menu te maken zodat u de naaldstangtoewijzingen
kunt baseren op de draadkleurnummers. (Zie
"Draadkleuren selecteren/beheren voor elke
naaldstang (Handmatige kleurvolgorde)" op
pagina 132.)
8
Memo
Het naaien gebeurt niet
noodzakelijkerwijs in de volgorde van de
nummering van de naaldstangen.
De kleuren draad die aan de naaldstangen zijn
toegewezen, worden op het scherm weergegeven.
Rijg de naaldstangen in zoals aangegeven.
1 Illustratie van de ingeregen draden op de
naaldstangen.
De kloshouders, draadspanningsknoppen,
draadophaalhendels en draadpaden die worden
genoemd bij het inrijgen van de bovendraad,
worden aangegeven op basis van het bijbehorende
naaldstangnummer.
1

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

884-t10