ANDERE BASISPROCEDURES — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Memo
Als u een andere kleur draad wilt
gebruiken dan is aangegeven, drukt u op
de tijdelijke-naaldstanginstellingentoets en
wijzigt u vervolgens de instelling van de
kleur draad. (Zie "Instelling voor tijdelijke
naaldstang" op pagina 142 voor meer
informatie.)
U kunt het aantal draadkloswisselingen
beperken door veelgebruikte kleuren
draad specifiek toe te wijzen aan bepaalde
naaldstangen. (Zie "Gereserveerde
naaldstang en naaisnelheidinstellingen"
op pagina 145 voor meer informatie.)
Draadklossen eenvoudig
verwisselen
Wanneer u de draadklossen verwisselt, moet u de
bovendraad opnieuw inrijgen. U kunt de
draadklossen echter eenvoudig verwisselen
wanneer u een draadklos vervangt waarvan de
draad correct door de machine is geregen.
1
Knip de draad af tussen de draadklos en de
draadgeleider.
2
Verwissel de draadklos.
114
3
Knoop het einde van de draad van de nieuwe
klos aan het einde van de draad, dat over is
van de vorige kleur.
4
Trek de oude draad vlak onder de
naaldstangdraadgeleider uit.
Blijf aan de draad trekken tot de knoop boven
de naald is. Knip de knoop af.
5
Gebruik het automatische
naaldinrijgmechanisme om de naald van een
draad te voorzien. (Zie pagina 60.)
Het wisselen van de draad is voltooid.
Opmerking
Trek de knoop niet door het oog van de
naald wanneer u de draad naar buiten
trekt. Als de knoop door het oog van de
naald wordt getrokken, kan de naald
beschadigen.