— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
5
Breng een beetje stoflijm aan of spray wat
lijm op de achterzijde van het uitgeknipte
applicatiestuk en bevestig vervolgens het
applicatiestuk op de basisstof bij de genaaide
positie met behulp van het
"APPLICATIEPOSITIE"-patroon uit stap
• Als opstrijksteunstof wordt gebruikt om het
applicatiestuk op de basisstof aan te
brengen, strijkt u de stukken op elkaar
zonder de basisstof uit het borduurraam te
verwijderen.
6
Nadat u het applicatiestuk hebt aangebracht,
naait u een "APPLICATIE"-patroon. De
applicatie is voltooid.
• Afhankelijk van het patroon is een
"APPLICATIE"-patroon mogelijk niet
beschikbaar. Naai de applicatie dan met
draad in de kleur van een deel van het
borduurwerk.
7
Ga verder met het borduurwerk.
Applicaties maken met een
kaderpatroon (1)
Applicaties kunnen worden gemaakt door twee
4
.
kaderpatronen van dezelfde grootte en dezelfde
vorm te naaien: één met rechte steken en één met
satijnsteken.
1
Selecteer een kaderpatroon met rechte
steken om op de stof voor de applicatie te
borduren. Knip voorzichtig buiten de steken.
2
Borduur hetzelfde patroon op de basisstof.
Applicaties naaien 237
7