BASISINSTELLINGEN EN HELPFUNCTIE — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Wanneer u werkt met Tajima-borduurgegevens
(.dst)
2
Als "ON" is geselecteerd, drukt u op
om het aantal transportcodes te
selecteren.
De gewenste instelling wordt weergegeven.
• U kunt een waarde opgeven tussen 1 en 8.
Als bijvoorbeeld 3 is opgegeven, worden 3
opeenvolgende springcodes omgezet in
een draadknipcode. Twee opeenvolgende
springcodes worden echter niet omgezet in
een draadknipcode maar worden gemaakt
als springsteek (transportsteek).
Opmerking
U moet het springgetal instellen op
dezelfde waarde als werd gebruikt toen de
specifieke Tajima-gegevens werden
gemaakt.
Als de springgetallen niet overeenkomen,
wordt de draad op een onverwacht punt
afgeknipt of niet afgeknipt waar dat wel
wordt verwacht.
226
Korte steken verwijderen
Als u andere borduurgegevens gebruikt dan onze
en
oorspronkelijke patronen, kan de steeklengte te
klein zijn, waardoor de draad of de naald kan
breken. U kunt dit voorkomen door de machine in
te stellen op het verwijderen van steken met een
korte steeklengte. Steken met een kleinere lengte
dan u in deze functie opgeeft, kunnen worden
verwijderd.
Bij aankoop van de machine is 0,3 geselecteerd
(steken verwijderen met een lengte van 0,3 mm of
minder).
1
Druk op
selecteren.
De gewenste afstand wordt weergegeven.
• U kunt een waarde opgeven tussen 0 en
1 mm als de maateenheid is ingesteld op
mm; u kunt een waarde opgeven tussen 0
en 0,04 inch als de maateenheid is
ingesteld op inch.
Opmerking
Als de instelling is gewijzigd, wordt de
nieuwe instelling alleen toegepast op het
volgende borduurwerk.
en
om de steeklengte te