— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
5
Druk op
De draden tussen tekens
afknippen
Wanneer de machine is ingesteld op het afknippen
van de draden tussen de tekens, zorgt dit voor een
reductie van het aantal springsteken tussen de
tekens en van de overige benodigde handelingen
na het borduren. Het borduren vergt echter wel
meer tijd wanneer de draden na elk teken moeten
worden afgeknipt.
1
Druk op
• Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt
de instelling in- of uitgeschakeld.
Draden worden niet
afgeknipt.
.
zodat deze verandert in
Draden worden
afgeknipt.
Het borduurpatroon bewerken (Patroonbewerkingsscherm) 189
De draaddichtheid wijzigen
(alleen bij geselecteerde teken- en
kaderpatronen)
De draaddichtheid van sommige teken-
kaderpatronen kan worden gewijzigd.
U kunt een instelling opgeven tussen 80% en
120%, in stappen van 5%.
1
Druk op
Het volgende scherm wordt weergegeven.
.
1
2
3
1 Selecteert een lagere draaddichtheid
2 Selecteert een hogere draaddichtheid
3 Druk op deze toets om dit scherm te sluiten.
Selecteert een lagere/hogere draaddichtheid
Minder
.
Standaard
Meer
5