— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
■ De borduurpositie zoeken
Door de naaldstang te vergrendelen (waarbij de
naald en de persvoet naar beneden staan en zijn
vastgezet), kan de naaldpositie eenvoudig
worden gecontroleerd.
1
Plaats de inbussleutel in het gat in de
naaldklem om de naaldstang langzaam naar
beneden te laten komen totdat deze stopt en
in de vergrendelpositie klikt.
● Zorg dat de naald niet beneden de
vergrendelpositie en op de stof komt.
De naald en de persvoet worden in de
benedenstand vergrendeld.
2
Druk op de pijltoetsen in het
borduurinstellingenscherm en verplaats het
borduurraam zodat de naaldpositie zich in
het midden van het vlak bevindt waar u wilt
borduren.
• Met een USB-muis, uw vinger of de
aanraakstift sleept u het patroon naar een
andere plek.
• Bij het opgeven van het beginpunt van het
borduurwerk, stelt u de naaldpositie af op
het punt dat wordt aangegeven als het
begin van het borduurwerk. (Zie
pagina 123 voor informatie over het
instellen van het begin- en eindpunt.)
Opmerking
■ De naaldstang ontgrendelen
1
Geef het borduurscherm weer en druk op de
toets voor een andere naaldstang dan
degene die is vergrendeld.
De naaldstang wordt ontgrendeld.
De hoek aanpassen
Afhankelijk van het soort stof waarop wordt
geborduurd, kan het zijn dat de stof niet in de juiste
hoek in het borduurraam kan worden uitgerekt. Pas
in dat geval de hoek aan waarin het patroon wordt
geborduurd, zodat het correct op de stof wordt
geplaatst.
1
Druk op
.
Het volgende scherm wordt weergegeven.
De borduurpositie wijzigen
3
97