Inhoudsopgave
Advertenties
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Symptoom
Er zitten lussen in
de bovendraad.
De machine
maakt veel
lawaai.
U kunt de
naaldinrijger niet
gebruiken.
De
draadspanning is
niet goed.
De bovendraad
komt uit de naald
wanneer de
machine begint te
borduren.
De bovendraad
haalt de
spoeldraad niet
wanneer de
machine begint te
borduren.
Waarschijnlijke oorzaak
De draadspanning komt niet overeen
met de mate waarin
draadspanningsknop is aangedraaid.
De draad is niet goed ingeregen rond
de bovenste draadspanningsschijven.
De kwaliteit van de draad is slecht.
Er kunnen pluisjes rondom de haak
zijn gedraaid.
De bovendraad is niet goed
ingeregen.
De haak is beschadigd.
Er is onvoldoende olie aangebracht.
De naald staat niet op de juiste
positie.
Deze naalden worden niet voor deze
machine aanbevolen.
De naald is niet correct geplaatst.
De haak op het automatische
naaldinrijgmechanisme is verbogen.
De bovendraad is niet goed
ingeregen.
De spoeldraad is niet goed ingeregen.
De draadspanning van de onderdraad
is niet goed.
Als een te kort stuk draad overblijft
nadat de draad is afgeknipt, kan het
gebeuren dat de draad uit de naald
komt wanneer de machine begint te
borduren.
De spoel is leeg, de draad kan niet
van de spoel af worden gewonden of
het uiteinde van de spoeldraad is te
kort.
Oplossing
Als u de draadspanning niet kunt
aanpassen, hebben zich mogelijk
draadwas en stof opgehoopt in de
bovenste of middelste
draadgeleiderplaten, waardoor de
draadspanningsgeleiders omhoog
komen. Reinig de
draadspanningsgeleiders.
Reinig de bovenste
draadspanningsschijf. Rijg de draad
opnieuw in en controleer of de
spanningsschijf draait wanneer u aan
de draad trekt.
Gebruik ander draad. Als het
probleem zich niet meer voordoet
nadat de draad is verwisseld, was de
slechte kwaliteit van de draad de
oorzaak van het probleem. Vervang
de draad door draad van goede
kwaliteit.
Reinig de haak.
Controleer het pad van de draad en
rijg de bovendraad opnieuw in.
Vervang de haak.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde
erkende dealer.
Olie de onderdelen.
Druk op de toets om de gewenste in
te rijgen naaldstang te verplaatsen
naar de borduurpositie.
Vervang de naald door een
aanbevolen naald.
Plaats de naald op de juiste manier.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde
erkende dealer.
Controleer het pad van de draad en
rijg de bovendraad opnieuw in.
Rijg de spoeldraad opnieuw in.
Pas de spanning van de spoeldraad
aan.
Stel op de tweede pagina van het
instellingscherm de draadlengte in
op 'GROTE LENGTE'.
Rijg de onderdraad opnieuw in.
Problemen oplossen
Pagina
P. 248
P. 249
p. 245
p. 55
p. 250
p. 62
p. 33, 86
p. 33, 86
p. 33, 86
p. 55
p. 36
p. 112
p. 201
7
p. 36
259
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
