VOORBEREIDINGEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Machineonderdelen en hun functie
Hieronder worden de diverse onderdelen van de machine en hun functie beschreven. Lees de
beschrijvingen zorgvuldig door, zodat u de namen van de onderdelen kent voordat u de machine gaat
gebruiken.
Vooraanzicht
1 Draadspanningsknoppen
Hiermee regelt u de spanning van de draad.
2 Naaldstanghouder
De houder beweegt naar links en naar rechts om de
naald te verplaatsen naar de borduurpositie.
3 Onderste draadgeleider
4 Wagen
Bevestig het borduurraam aan de wagen. Wanneer de
machine wordt aangezet of wanneer de machine
borduurt, beweegt de wagen vooruit, achteruit, naar
links en naar rechts.
5 Haakklepje/haak
Open het haakklepje en plaats het spoelhuis op de
haak.
6 Draadgeleider
20
7 Draadgeleidersteun
8 Kloshouder
Plaats 6 draadklossen om te borduren.
9 Bedieningspaneel
0 Voetjes
Gebruik de voetjes om de hoogte van de poten af te
stellen.
A Naailampje
Via het instellingenscherm kunt u het naailampje aan
of uit zetten. Zie pagina 203.
B Draadgeleiderpennen
C Bovendraadgeleider
D Middelste draadgeleider