ultrasone metingen. Bij dergelijk hoge temperaturen adviseert men dat de gebruiker een calibratie
procedure uitvoert op een proefstuk van bekende dikte, welke bij of dichtbij de temperatuur gelegen is van
het te meten materiaal (zie "CALIBREREN" on pagina 19). Dit staat de meter toe de geluidsnelheid door
het hete materiaal correct te berekenen.
Wanneer metingen op hete oppervlakten uitgevoerd worden kan het ook noodzakelijk zijn om een hoge
temperatuur transducent te gebruiken. Men adviseert dat de transducent zo kort mogelijk in contact met de
oppervlakte blijft, de tijd om een stabiele meting te nemen. Wanneer de transducent in contact is met een
hete oppervlakte begint het op te warmen en door thermische uitbreiding en andere gevolgen wordt de
nauwkeurigheid van de metingen ongunstig beïnvloeden .
C.3 Gelamineerde materialen meten
De dichtheid (en daarom de geluidsnelheid) van gelamineerde materialen kan aanzienlijk van één stuk naar
het ander verschillen. Sommige gelamineerde materialen kunnen zelfs merkbare veranderingen in
geluidsnelheid tonen over één zelfde oppervlakte. De enige manier om dergelijke materialen betrouwbaar
te meten is door een calibratie procedure uit te voeren op een proefstuk van bekende dikte. Ideaal gezien
zou dit proefmateriaal een deel van het stuk moeten zijn dat wordt gemeten, of op zijn minst van de zelfde
laminering batch. De gevolgen van variatie van geluidsnelheid zullen worden geminimaliseerd door op elk
individueel teststuk te kalibreren. Een extra overweging bij het meten van laminaten is dat om het even welk
luchthiaat of bel in het laminaat de ultrasone klankstraal zal terugkaatsen. Dit zal worden opgemerkt door
een plotselinge daling van de dikte in een regelmatige oppervlakte. Hoewel dit de nauwkeurige meting van
de algemene dikte kan belemmeren verstrekt het een positieve aanwijzing van luchthiaten in het laminaat.
45