b.Een plaats waar de warme lucht die uit de luch-
tuitlaat van de buitenunit komt en de werkingsge-
luiden van de apparatuur uw buren niet storen.
• Weet u zeker dat er geen voorwerpen voor de
luchtuitlaat van de buitenunit staan?
Dergelijke voorwerken kunnen de prestaties ver-
minderen en bijgeluiden veroorzaken.
• Neem contact op met uw dealer als u abnor-
male geluiden hoort tijdens het gebruik.
Met betrekking tot de afvoerleidingen
• Is de afvoerleiding goed aangelegd?
Is de afvoerleiding van de buitenunit niet goed is
aangelegd, kunnen de leidingen verstopt raken
met vuil en stof. Hierdoor kan er in de binnenunit
waterlekkage optreden. Wanneer dit gebeurt dient
u het systeem direct uit te zetten en contact op te
nemen met uw dealer of het onderhoudscentrum.
5. NAAM EN FUNCTIE VAN IEDERE
SCHAKELAAR EN DISPLAY OP
DE BEDIENINGSPANEEL
Zie afbeelding 1 op pagina [1]
AAN/UIT-TOETS
Druk deze toets in om het systeem in te
1
schakelen. Druk de toets nogmaals in om het
systeem uit te schakelen.
BEDRIJFSINDICATOR (ROOD)
2
Deze indicator licht op wanneer het systeem
in werking is.
"
"-DISPLAY
(CENTRAAL BESTUURD)
3
Wanneer deze aanduiding op de display ver-
schijnt, wordt het systeem CENTRAAL BEST-
UURD. (Dit is geen standaard specificatie.)
"
" "
" "
(VENTILATIE/LUCHTREINIGING)
4
Deze display geeft aan dat de warmtewisse-
laar en de luchtreiniger in werking zijn.
(Dit zijn optionele accessoires.)
"
" "
" "
" "
(BEDRIJFSSTAND)
Deze display toont de gekozen bedrijfsstand.
5
Voor het type met enkel koeling zijn de
standen "
" (auto) en "
beschikbaar.
Nederlands
" "
"-DISPLAY
" "
"-DISPLAY
" (verwarmen) niet
"
TEST"-DISPLAY
(INSPECTIE/WERKINGSTEST)
Wanneer de INSPECTIE/WERKINGSTEST-
6
TOETS wordt ingedrukt, toont deze display
welke bedrijfsstand van het systeem is inge-
schakeld.
hr
"
"-DISPLAY
hr
(GEPROGRAMMEERDE TIJD)
7
In dit display wordt de GEPROGRAM-
MEERDE TIJD waarop het systeem in- of uit-
geschakeld wordt weergegeven.
"
"-DISPLAY
C
(INGESTELDE TEMPERATUUR)
8
De display toont de ingestelde temperatuur.
"
"-DISPLAY (VENTILATORSNELHEID)
9
De display toont de ingestelde ventilatorsnelheid.
"
"-DISPLAY (LUCHTSTROOMKLEP)
10
Zie "DE RICHTING VAN DE LUCHT-
STROOM INSTELLEN".
"
"-DISPLAY
(TIJD OM HET LUCHTFILTER TE REINIGEN)
11
Zie blz. "HET REINIGEN VAN HET LUCHT-
FILTER".
"
"-DISPLAY (ONTDOOIEN)
12
Zie blz. "ONTDOOIEN".
DISPLAY WERKT NIET
Wanneer een bepaalde functie niet beschik-
baar is wordt, wanneer de betreffende toets
wordt ingedrukt, in het display gedurende
enkele seconden de melding "NOT AVAIL-
ABLE" weergegeven.
Wanneer meerdere units gelijktijdig worden
13
gebruikt.
De melding "NOT AVAILABLE" zal worden
weergegeven in het display wanneer geen
van de aangesloten binnenunits voorzien is
van deze functie. Zelfs wanneer er maar één
unit niet voorzien is van deze functie, zal de
melding niet worden weergegeven.
TIMER START/STOP-TOETS
14
Zie blz. "BEDIENING VAN DE PROGRAM-
MEER-TIMER".
TIMER AAN/UIT-TOETS
15
Zie blz. "BEDIENING VAN DE PROGRAM-
MEER-TIMER".
INSPECTIE/WERKINGSTEST-TOETS
Deze toets wordt alleen door erkend onder-
16
houdspersoneel gebruikt voor onderhoudsdo-
eleinden
5