Zet geen voorwerpen vlakbij de buitenunit en
laat geen bladeren en ander afval zich rond
de unit ophopen.
Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit
kunnen binnendringen. In de unit kunnen
dergelijke dieren storingen, rook of brand vero-
orzaken wanneer ze in contact komen met elek-
trische onderdelen.
Blokkeer niet de luchtinlaat- en uit-
laatopeningen.
Een verminderde luchtstroom kan resulteren in
inferieure prestaties of een defect.
Laat kinderen niet op of rondom de buite-
nunit spelen.
Als de buitenunit verkeerd wordt aangeraakt,
kan dit resulteren in letsel.
Raak nooit de interne onderdelen van het
bedieningspaneel aan.
Verwijder niet het voorpaneel. Aanraken van de
interne onderdelen kan resulteren in een elek-
trische schok of beschadiging van de apparat-
uur. Neem contact op met uw dealer voor het
controleren of afstellen van interne onderdelen.
Leg het bedieningspaneel niet op een plaats
waar deze nat kan worden.
Als er water in de afstandsbediening terecht-
komt, bestaat er kans op kortsluiting en bescha-
diging van de elektrische onderdelen.
3. BEREIK
Indien de temperatuur of de vochtigheid buiten de
volgende limieten valt, kan de veiligheidsapparatuur
in bedrijf komen en de airconditioning afslaan, en
soms kan er water uit de binnenunit lekken.
KOELEN
BINNEN
BUITEN-
TEMPERAT-
UNIT
UUR
D
18 t/m 37
B
RZQS71 · 100 ·
125
W
12 t/m 28
B
VERWARMEN
BUITEN-
BINNENTEMPER-
UNIT
ATUUR
RZQS71 · 100 ·
D
10 t/m 27
125
B
D B: droge-bol-temperatuur
WB: natte-bol-temperatuur
4
[°C]
BUITEN-
TEMPERAT-
VOCH-
UUR
TIGHEID
80% of
D
–15 t/m 50
minder
B
[°C]
BUITENTEM-
PERATUUR
D
–19,5 t/m 21
B
W
–20 t/m 15,5
B
Het temperatuur-instelbereik op het bedieningspan-
eel loopt van 16°C – 32°C.
4. INSTALLATIELOCATIE
Met betrekking tot de plaats van installatie
• Is de airconditioner geïnstalleerd in een goed
geventileerde ruimte waar er geen obstructies
zijn.
• Zorg dat de afstandsbediening niet aan direct
zonlicht wordt blootgesteld.
Hierdoor kan het LCD-display verkleuren
waardoor dit minder goed leesbaar is.
• Installeer de airconditioner niet in de volgende
plaatsen.
a.In ruimten waar veel oliedampen van minerale
oliën hangen.
b.Op plaatsen waar de lucht erg zout is, zoals in
zee gebieden.
c.Op plaatsen waar zwaveldampen voorkomen,
zoals bij warmwaterbronnen.
d.In ruimten waar veel spanningsschommelingen
optreden, zoals in fabrieken.
e.In voer- en vaartuigen.
f .In ruimten waar sprays worden gebruikt of
stoom voorkomt, zoals in een keuken.
g.In de buurt van machines die elektromag-
netische golven opwekken.
h.In ruimten waar zuren en/of alkalinedampen
voorkomen.
• Zijn voldoende voorzorgsmaatregelen
genomen?
Raadpleeg uw dealer voor details.
Met betrekking tot de bedrading
• Laat de aanleg van de elektrische bedrading
uitsluitend door erkende elektriciens uitvoeren.
Raadpleeg hierover uw dealer. Leg de bedrading
nooit zelf aan.
• Zorg ervoor dat de unit wordt voorzien van een
gescheiden voedingssysteem en dat al het
werk aan elektrische bedrading wordt uitgev-
oerd door erkende elektriciens en conform de
landelijk geldende voorschriften en de
instructies van deze installatiehandleiding.
Besteed ook aandacht aan het geluid van
het in werking zijnde systeem
• Zijn de volgende plaatsen gekozen?
a.Een plaats die sterk genoeg is om het gewicht
van de airconditioner te kunnen dragen en
bestand is tegen trillingen en geluid.
Nederlands