• Het apparaat maakt een geluid dat klinkt als
"Shah" in de modus Koelen of terwijl het uit-
geschakeld is.
Het geluid is te horen wanneer de afvoerpomp in
bedrijf is.
• Er is een piepgeluid te horen wanneer het
systeem in bedrijf is of nadat het systeem is
gestopt.
Dit geluid wordt veroorzaakt door het uitzetten en
inkrimpen van plastic onderdelen.
VI.STOF VAN DE UNITS
• Wanneer het systeem gestart wordt nadat het
langere tijd niet in gebruik is geweest, kan er
stof uit de unit worden geblazen.
Stof dat in de unit terecht is gekomen wordt naar
buiten geblazen.
VII. DE UNITS GEVEN EEN GEUR AF
De unit neemt de geur van de kamer, de meubelen,
sigaretten, enz. op en geeft ze dan weer vrij.
VIII.DE VLOEIBARE KRISTALLEN VAN HET BEDI-
ENINGSPANEEL TONEN "
• Dit gebeurt onmiddellijk nadat de hoofd-
schakelaar is aangezet.
Dit betekent dat het bedieningspaneel in normale
toestand is.
Dit duurt enige tijd.
IX.DE WINDRICHTING IS ANDERS DAN OP HET
DISPLAY VAN HET BEDIENINGSPANEEL
• Het AIR FLOW BLADE display op het bedien-
ingspaneel draait, maar de daadwerkelijke
luchtstroomlamel draait niet.
Tijdens verwarmen: de airconditioner zal in de
windrichtingregeling staan onmiddellijk na aan-
vang van de werking of wanneer de temperatuur
in het vertrek hoger is dan de vooraf ingestelde
temperatuur, zodat de mensen in het vertrek niet
worden blootgesteld aan een onprettige wind.
Tijdens koelen of drogen: de airconditioner zal in
de windrichtingregeling staan wanneer de tem-
peratuur in het vertrek lager is dan de vooraf
ingestelde temperatuur. Zie pagina 7.
• Het AIR FLOW BLADE display op het bedien-
ingspaneel verschilt van richting met de daad-
werkelijke luchtstroomlamel.
Tijdens verwarmen: de airconditioner zal in de
windrichtingregeling staan onmiddellijk na aan-
vang van de werking of wanneer de temperatuur
in het vertrek hoger is dan de vooraf ingestelde
temperatuur, zodat de mensen in het vertrek niet
worden blootgesteld aan een onprettige wind.
Nederlands
X.DE TEMPERATUUR IN HET VERTREK WORDT
• De airconditioner staat in de microcomputer-
10. IN GEVAL VAN PROBLEMEN
I. Als één van onderstaande storingen zich voor-
Het systeem moet door een erkend onderhouds-
monteur worden gerepareerd.
".
• Wanneer een veiligheidsvoorziening zoals een
• Wanneer de AAN/UIT knop niet goed werkt.
• Als water uit de unit lekt.
• Als de display "
NIET LAGER
drogen stand.
Wanneer de airconditioner in de microcomputer-
drogen stand werkt, wordt de temperatuur in het
vertrek niet zo veel mogelijk verlaagd. Zie pagina
6.
doet, dan neemt u de betreffende maatregelen
en neemt u contact op met uw Daikin dealer.
WAARSCHUWING
Haal, wanneer u iets abnormaals merkt aan
de airconditioner (een brandlucht e.d.) direct
de stekker uit het stopcontact en neem con-
tact op met de leverancier
Wanneer u het apparaat gewoon ingeschakeld
laat, kan het defect raken, gevaar voor elek-
trische schokken of brand ontstaan.
zekering, contactverbreker of aardlekschakelaar
frequent wordt geactiveerd.
Maatregel: Niet de hoofdschakelaar inschakelen.
Maatregel: Schakel de hoofdschakelaar uit.
Maatregel: de werking stilzetten.
" (INSPECTIE), "UNIT Nr." en
het WERKING-lampje knipperen en het "STOR-
INGNUMMER" veschijnt.
UNIT No.
C
INSPECTIE-
display
Maatregel: Breng uw Daikin-dealer op de hoogte
van de display.
WERKING-lamp
L
H
Nr. Van de BINNENUNIT
waar een storing in is
opgetreden.
STORINGNUMMER
11