PROGRAMMATOETS
17
Gebruik deze toets voor het programmeren
van de "START en/of STOPTIJD".
TEMPERATUURREGELAAR
18
Gebruik deze toets om de TEMPERATUUR
IN TE STELLEN.
RESETTTOETS VOOR DE FILTERDISPLAY
19
Zie blz. "HET REINIGEN VAN HET LUCHT-
FILTER".
VENTILATORSNELHEID-REGELAAR
Druk deze toets in om de snelheid van de
20
ventilator naar voorkeur in te stellen op
HOOG of LAAG.
BEDRIJFSSTAND-KEUZESCHAKELAAR
21
Druk deze toets in om de gewenste BEDR-
IJFSSTAND te selecteren.
LUCHTSTROOMRICHTING-REGELAAR
22
Zie "DE RICHTING VAN DE LUCHT-
STROOM INSTELLEN".
OPMERKING
• Alle in afbeelding 1 afgebeelde displays ver-
schijnen uitsluitend ter verduidelijking en duiden
niet op een werkelijke situatie.
6. BEDIENING
Zie afbeelding 1 op pagina [1]
• De bedieningsprocedure verschilt tussen het
model met de warmtepomp en het model met
directe koeling. Neem contact op met uw Daikin
dealer om het systeemmodel te bevestigen.
• Ter bescherming van de unit met de hoofdschake-
laar 6 uur voordat de unit in gebruik wordt
genomen worden aangezet.
• Indien de hoofdschakelaar tijdens bedrijf wordt
uitgezet, worden de werking automatisch hervat
nadat de hoofdschakelaar weer wordt aangezet.
KOELEN, VERWARMEN, AUTOMATISCH
VENTILATOR, EN PROGRAMMA DROGEN
Bedienen in de onderstaande volgorde.
1
KEUZESCHAKELAAR
Druk meermaals op de BEDRIJFSSTANDK-
IEZER-toets en kies de BEDRIJFSSTAND
van uw keuze als volgt.
■ KOELEN ................................................ "
■ VERWARMEN ....................................... "
6
■ AUTOMATISCH ......................................"
• In deze bedrijfsstand wordt automatisch
afgewisseld tussen KOELEN/VERWARMEN.
■ VENTILATOR ........................................."
■ PROGRAMMA DROGEN......................."
• Dit programma dient om de vochtigheid in uw
kamer te verminderen met een minimum aan
temperatuurdaling.
• De microcomputer bepaalt automatisch TEM-
PERATUUR en VENTILATORSNELHEID.
• Dit systeem wordt niet in werking gesteld als de
temperatuur in de kamer minder dan 16°C
bedraagt.
Zie afbeelding 3 op pagina [1]
2
Druk op de AAN/UIT-toets.
Het WERKING-lampje begint te branden en het
systeem begint de WERKING.
[VERKLARING VAN DE VERWARMING-
SWERKING]
ONTDOOIEN
• Naarmate op de buitenunit rijm wordt gevormd, ver-
minder het verwarmingseffect en wordt het toestel
in ONTDOOIWERKING (ontdooien) geschakeld.
• De ventilator van de binnenunit stopt en het dis-
play van het bedieningspaneel toont "
• Na 6 tot 8 minuten (maximum 10 minuten) ONT-
DOOIWERKING wordt het systeem weer in VER-
WARMWERKING (verwarmen) geschakeld.
Met betrekking tot de temperatuur van de
buitenlucht en de verwarmingscapaciteit
• De verwarmingscapaciteit van de airconditioner
neemt af als de temperatuur van de buitenlucht
daalt. Als de capaciteit te veel afneemt, moet u de
airconditioner in combinatie met een andere
warmtebron gebruiken.
• In dit systeem wordt de warme lucht gecirculeerd,
zodat het enige tijd kan duren voordat het in de
gehele ruimte warm wordt.
• De ingebouwde ventilator blijft enige tijd draaien,
totdat de temperatuur in de airconditioner een
bepaalde hoogte bereikt. Het display van het
bedieningspaneel toont nu "
systeem ongemoeid en wacht rustig af.
• Wanneer de warme lucht onder het plafond blijft
hangen en u koude voeten krijgt, verdient het
aanbeveling om met behulp van een ventilator de
lucht in de ruimte te ventileren. Raadpleeg uw
"
dealer voor details.
"
AAN / UIT
". Laat het
"
"
"
".
Nederlands