De airconditioning reinigen
Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren (vaker in erg
stoffige, vuile omstandigheden).
1. Bereid het onderhoud voor; zie
maken voor onderhoud (bladz.
2. Koppel de draden van de ventilators af.
Figuur 104
Rechterventilator getoond
1. Ventilator
2. Draad
3. Verwijder de 2 knoppen en verwijder de ventilator.
4. Maak de 4 vergrendelingen van de airconditioning los
en verwijder het scherm.
Figuur 105
1. Spoel van airconditioning
2. Vergrendeling
5. Verwijder de luchtfilters (zie
6. Reinig de airconditioning.
7. Monteer de luchtfilters, het scherm en de ventilator
(Figuur
103,
Figuur 105
8. Koppel de draden van de ventilators af
De machine klaar
42).
3. Knop
3. Scherm van
airconditioning
Figuur
103).
en
Figuur
104).
(Figuur
104).
Stalling
Voorbereidingen voor
winterstalling
Tractie-eenheid
1. Reinig de tractie-eenheid, de maaidekken en de motor
grondig.
Belangrijk: Gebruik geen water onder hoge druk
in de buurt van het InfoCenter
2. Controleer de bandenspanning; zie
controleren (bladz.
3. Controleer of alle bevestigingen vastzitten; zet ze vast
indien nodig.
4. Smeer alle smeer- en draaipunten met vet of olie. Neem
overtollig vet op.
5. Plaatsen waar de lak is bekrast, beschadigd of geroest,
moeten licht geschuurd en bijgewerkt worden.
Eventuele deuken in de metalen carrosserie uitdeuken.
6. Verricht de volgende onderhoudswerkzaamheden aan
de accu en de kabels:
A. Haal de accuklemmen los van de accupolen.
B. Reinig de accu, de klemmen en de polen met
behulp van een staalborstel en een oplossing van
zuiveringszout (natriumbicarbonaat).
C. Smeer een dun laagje Grafo 112X-vet (Toro
onderdeelnr. 505-47) of petrolatum op de
kabelklemmen en de accupolen om corrosie te
voorkomen.
D. Laad de accu om de 60 dagen 24 uur lang op om
loodsulfatie van de accu te voorkomen.
Motor
1. Tap de motorolie af uit het carter en plaats de aftapplug.
2. Verwijder het oliefilter en gooi het weg. Plaats een
nieuw oliefilter.
3. Vul het oliecarter met 8,04 liter motorolie, type SAE
15W-40 CH-4, CI-4 of hoger.
4. Start de motor en laat deze ongeveer twee minuten
stationair lopen.
5. Zet de motor af.
6. Spoel de brandstoftank om met verse, schone
dieselbrandstof.
7. Zet alle onderdelen van het brandstofsysteem weer
goed vast.
8. Zorg ervoor dat het luchtfilter grondig worden
gereinigd en een onderhoudsbeurt krijgt.
9. Plak de luchtfilterinlaat en de uitlaat af met
weerbestendige tape.
68
Bandenspanning
27).